Rob Kamphues over racen

Rob KamphuesOnlangs interviewde ik programmamaker/presentator Rob Kamphues voor Autovisie. In zijn programma Kamphues Over De Kop bestrijdt de pas gescheiden presentator Rob Kamphues (49) zijn midlifecrisis met een zoektocht naar ware liefde, maar ook met het najagen van de jongensdroom om professioneel coureur te worden. Kan hij op zijn leeftijd een beetje meekomen met de ‘boys of the grid’? “Remmen is het moeilijkst, mijn kuiten gaan ervan trillen.”

Door Viola Robbemondt/©House of TXT

Rob Kamphues-Seat-opzij
 
Een tv-serie waarin je de perikelen rond je midlifecrisis laat zien is tamelijk gewaagd. Wat maakte dat jij Kamphues over de Kop wilde maken?
“Een scheiding (Rob werd verliefd op een andere vrouw, red.) en een aantal maanden doorbrengen in een vochtige caravan. Toen ik mijn dromen daar op een rijtje zette, dacht ik terug aan de tijd toen ik voor het autoprogramma PK een Spyker testte. Van Jeroen Bleekemolen kreeg ik toen het advies om niet zo vals bescheiden te zijn over mijn racekwaliteiten, dat ik moest gaan oefenen. ‘Je bent niet zo slecht als je denkt, kunt best met snelle auto’s omgaan,’ zei hij. Toen ik vorig jaar samen met Jeroen den Boer en Rob Bergmans tweede werd in het Nederlands Endurance Kampioenschap dacht ik: ‘Nu wil ik weten waar dit avontuur zou kunnen eindigen ook.’ Zodat ik later geen spijt van gemiste kansen krijg.”

Bij SEAT kreeg je de kans om een jaar lang in het buitenland rijden in een topklasse. Maar hoe serieus neem jij de vraag of je beroepscoureur kunt worden werkelijk?
“Je vraagt een bergbeklimmer die net onder de top van de Mount Everest staat toch ook niet: ‘Is het nu niet tijd om naar huis te gaan?’ Maar oké, je kunt je afvagen hoe realistisch het is. Er zijn zes man in Nederland die van het racen kunnen leven. Om daadwerkelijk het WTCC te bereiken zou ik er nog meer tijd in moeten steken. Dan kan ik mijn tv-carrière er niet – of slechts parttime – naast doen. En laten we eerlijk zijn: ik heb ook een hypotheek en alimentatie te betalen. Ik zou semiberoeps kunnen worden in de zin dat het me een parttime baan oplevert. Dan zou ik bijvoorbeeld de Reünie er niet voor op hoeven te zeggen. Maar wel alle andere programma’s. En waarom ook niet? “

Wat doet het racen met je, dat het zo verslavend voor je is?
“Ik kom helemaal opgewonden uit zo’n auto. Je bent toch bezig een monster te bedwingen. Een auto met heel veel power, zelfs een Golfje of een Ibizaatje met 200 pk, kan met je aan de haal gaan. Ineens ben je bang voor zo’n machine. Met die krachten kunnen spelen, dat is net zoiets als met een paard over een hindernis springen. Het is spelen met vuur. Dat is leuk, dat maakt het leven uitdagend en de moeite waard. Ik heb ooit een paar bergen beklommen en dan scheet ik ook in mijn broek. Tevoren, tijdens en daarna nog steeds. Maar het moment bovenop die top is onbetaalbaar. Je hebt de dood overwonnen.
Bij autosport is dat wat relatiever. Ik ben niet bang dat ik niet meer levend uit de auto zal stappen. Maar op een straatcircuit in Porto heb ik in een paar bochten wel ietsje gas losgelaten hoor. Zodat ik niet op 30 cm langs een betonnen muur ging maar op 50 cm.”

Rob Kamphues-Tom Coronel- Seat

 

In het SEAT Team Holland ben jij verreweg de oudste. Denk je dan niet: ‘Wat doe ik hier tussen al die jonge gasten?’
“Nee, ze respecteren me allemaal. Ik ben niet het mietje van de club. De meeste zijn dan wel een stuk jonger, een jaar of 22, maar op het circuit ben je allemaal hetzelfde aan het doen. Namelijk: een tiende harder gaan dan de ander. Tijdens de kleedkamergossip hoor ik wel dat zij net zo bang zijn op zo’n circuit in Porto. We kijken allemaal van: hoe gaan we dat in hemelsnaam aanpakken?”

Wat vind je het lastigste aspect van het racen?
“Remmen. Tim en Tom (Coronel, red.) en Jaap (van Lagen, fabrieksrijder voor Lada, red.) nemen me regelmatig apart voor de finesses. Er is geen koppelingspedaal (DSG) en je remt met je linkervoet en geeft gas met rechts. De ‘normale’ beweging van je rechtervoet naar het rempedaal op links zou je tenslotte alleen maar tijd kosten. Plus: met deze methode kun je remmen terwijl je gas geeft. Dat aanleren kostte me veel moeite. Daarbij is het rempedaal keihard. Om te blokkeren moet je 60 kg trappen. Daarvan gingen mijn kuiten trillen. Ik moest niet alleen leren om heel veel kracht te zetten, maar ook om heel precies te doseren, tussen de 59,5 en 60,5 kg. In het begin liet ik de rem op het laatste stukje steeds ineens los. Dan krijg je ook onderstuur. Om heel subtiel met die pedalen te spelen, dat is hogeschool-racen. En om het niveau te halen waarbij ik nu probeer aan te klampen, moet ik dit soort dingen wel leren. Ik rem nog te wild en geef nog te wild gas. Frustrerend hoeveel tijd je kunt verliezen als je dat nog niet beheerst.
Tim demonstreert me ook regelmatig waar ik nog meer tijdwinst kan pakken. Hij rijdt dan voor me en laat zien waar hij de baan afsnijdt. Je hebt de kerbs, daarachter betonplaten en dan een soort stoep en daarna zand, modder of gras. Tim ragt hem af en toe gewoon over de stoeprand en dan komt zo’n auto met vier wielen van de grond. Ik pak nu ook alles mee en kan mijn ribben daarna opvegen, maar heb wel een paar tienden gepakt. Het is kicken! En enorm lachen ook. Het is jongensspeelgoed.” 

Wat doe je verder om beter te worden met racen?
“Ik ben op Papendal geweest voor een medische keuring, dat is verplicht voor een internationale licentie. Er moet nog 8 kg vet af. Ook moet mijn basisconditie beter. Dus nu fiets ik urenlang slechts 15 km per uur – op mijn racefiets, in mijn racepakkie – en word dan ingehaald door een moeder met twee boodschappentassen en een kind achterop. Voor mij is dat erg zwaar trainen, want normaal ging ik drie kwartier voluit. Verder train ik mijn kuiten om goed te kunnen remmen. En mijn rompspieren zodat ik niet in de stoel – en dus aan het stuur – ga hangen. Ik train dat met zo’n opblaasbare oefenbal waar je dan overheen moet gaan liggen en je opdrukken. Vreselijk, het lijkt wel bejaardengym.”

Dus je voelt je leeftijd wel? 
“Nou, eigenlijk niet. Wat ik wél voel is een enorme achterstand in ervaring. Tijdens de rijdersbriefing bijvoorbeeld. Dan zit iedereen een beetje onder elkaar te ouwehoeren. En dan wordt er gezegd: ‘Jullie mogen na de vrije training een proefstart maken in het linkervak’. Ik denk dan koortsachtig: ‘Hé, dat moet ik weten, waar is dat, hoe laat? En hoe start je, bij welke toerentallen? Telemetrie lezen, waar kijken we eigenlijk naar? Oh, dus ben ik het oranje lijntje?’ Dat is voor die anderen gesneden koek. Terwijl ik bij wijze van spreken eerst een A4-tje met de startprocedure erop uit mijn hoofd moet leren. Dan sta ik voor die startstreep: ‘Nu dit knopje, dan rem indrukken, dan dat knopje…’ Ik voel me als een kind dat voor het eerst naar de ‘grote school’ gaat en dan wekenlang kapot is van alle nieuwe indrukken. Het is alsof ik in een achtbaan zit.”

Rob Kamphues-Seat
 

In De Wereld Draait Door kreeg je van Matthijs van Nieuwkerken het commentaar dat jouw midlifecrisis in dit programma alleen maar leuk lijkt. Je gaat racen, daten, salsadansen…
“Ik vond de kritiek van Matthijs uit de lucht gegrepen. Mensen die goed naar de eerste aflevering hebben gekeken, hebben de emotie heus wel gezien toen ik weer voor die caravan stond. Die caravanparken zijn een soort vluchtoorden voor criminelen en pas gescheiden mensen. Veel kijkers herkennen dat je op een bepaalde leeftijd weer iets van je jeugdige geloof in de toekomst terug probeert te vinden. Dat is waarschijnlijk een van de moeilijke dingen van als je boven de veertig komt. Je onbezorgdheid verdwijnt en daarmee je geloof in ‘onmogelijke’ dromen. Aan de ene kant wilde ik in dit programma wel de bodem laten zien. Maar ik wil ook laten zien dat ik tijdens mijn crisis de koe bij de hoorns vat in plaats van sikkeneurig op de bank zitten met een fles drank. Het is geen programma waarin ik mijn midlifecrisis eens lekker uitvent. Ik laat niet exhibitionistisch mijn verdriet zien. Ik geloof niet in tranen op tv. Bij de Reünie gaat de camera uit als er iemand gaat huilen. Dat is bij toneel ook, als de actrice of acteur huilt, huil jij in de zaal niet meer. Maar als de acteur bíjna moet huilen en het inhoudt, dán zit je er wel met een dichtgeknepen strot naar te kijken.”

Hoe is het met de zoektocht naar liefde?
“Zonder het eind van onze programmareeks te verraden: ik hoop ooit iemand te ontmoeten die heel erg bij me past. Als je een paar keer teleurstellingen hebt meegemaakt, is het moeilijk om te blijven geloven dat verliefdheid kan leiden tot iets stabiels. Ik wil graag oud worden met een iemand. Iets opbouwen. Lukt dat een paar keer niet, dan ga je je toch afvragen wat je verkeerd doet. Daarbij ging ik verliefdheid wantrouwen omdat ik als BN’er in de belangstelling sta. Valt iemand op me omdat ik dat grappige kleine mannetje van tv ben, of omdat ik Rob ben?”

In hoeverre heeft deze midlifecrisis je de afgelopen twee jaar veranderd?
“In het beroep waarin ik werkzaam ben – en in een gezin – is het wel eens lastig om trouw te zijn aan jezelf. Anderen doen voortdurend een beroep op me. En ik wist het op een gegeven moment niet meer wat ik nou zelf wilde. Voor het programma ben ik bij een hypnotherapeut geweest en die nam me mee op een soort ‘reis’ waarbij ik bovenop een berg een oude, wijze man tegenkwam. De hypnotherapeut zei: ‘Stel hem maar alle vragen waarop je een antwoord wilt weten.’ Ik weet niet meer zo goed wat ik precies vroeg, maar het antwoord staat me wel bij. Hij zei: ‘Wat jij wilt, ligt allemaal al binnen handbereik. Je kunt het zo pakken, maar je moet alleen wel durven. En er niet zo over nadenken.’ Dat vond ik wel een mooi advies. Mijn ratio zit me vaak in de weg. Stel nou dat ik echt iets wil beginnen met een vrouw die tien, vijftien jaar jonger is dan ik? Er zijn dan allerlei remmingen waardoor je er niet voor gaat. ‘Wat denkt de buitenwereld? Wie gaat me allemaal uitlachen? Kan ik daarmee bij mijn vrienden aankomen?’ Je hebt allerlei opgelegde fatsoensnormen. En er is angst, je denkt: ‘Ja, maar als ik 70 ben, is zij 55. En dan wil ze vast een ander.’ Er zijn allerlei aangeleerde patronen. Ik leer steeds beter om me daar niets van aan te trekken.”

Facts & Figures
Onder de vlag van SEAT Team Holland kwam KRO-presentator en autosportliefhebber Rob Kamphues dit jaar in actie tijdens de SEAT Léon Eurocup met de 300 pk sterke 2.0 liter TFSI Léon Supercopa met DSG-bak.
Deze merkencup werd in het voorprogramma tijdens de Europese
WTCC-evenementen verreden en ook Tim Coronel reed mee in dit kampioen-
schap. WTCC-rijder Tom Coronel, die dit jaar voor de vijfde keer voor SEAT
in actie kwam, had dit jaar een dubbelrol. Hij trad namelijk ook op als coach en begeleider van Rob.
Na de zesde en tevens laatste race op het circuit van Imola werd Tim
Coronel uiteindelijk vijfde in het eindklassement van het Eurocup kampioen-
schap. Rob Kamphues eindigde als drieëntwintigste.

7 Comments on “Rob Kamphues over racen

  1. Ik had dit al gelezen in de AV, maar fijn stuk!! Op dezelfde dag las ik bij toeval een ‘Confessions’-stukje van jou in de Cosmo… Erg veelzijdig! 😀

  2. Euh… ik heb géén mid-life crisis maar wil wel racen cq. trappen!

    Wat nú?

    Die Kamphues moet niet zeuren maar gassen.
    Hij staat midden in het race leventje…

  3. Inderdaad een leuk stukje leesvoer! Ik snap dat Seat hierdoor extra publiciteit krijgt, en ik snap dat het een leuke hobby is voor Rob. Maar het blijft typisch dat het gehele project zoveel aandacht trekt. Elke andere coureur moet vechten om elk stukje media-aandacht, maar alles en iedereen schrijft over meneer Kamphues. Best bijzonder. En nu ben ik het zelf ook aan het lezen… WTF? De verplatting van de maatschappij, lijkt autoblog wel;)

  4. Wat betreft die veel jongere vrouw, waarom moet dat perse een veel jongere vrouw zijn? Neem gewoon een leuke vrouw van je eigen leeftijd en sta niet open voor vrouwen die TE jong of TE oud zijn! Heb je weer een probleem minder.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*