Interview: Maarten de Bruijn

Interview: Maarten de Bruijn. Onlangs verscheen in Autovisie dit interview met Maarten de Bruijn. Voor degenen die het hebben gemist: veel leesplezier hier.

Maarten de Bruijn-silvestris-k

Na enerverende jaren als geestelijk vader van Spyker en alle perikelen rondom de breuk met Victor Muller, gaat het goed met ontwerper Maarten de Bruijn. Met al zijn ervaring in het luxe autosegment wist hij met Silvestris Haute Motive opnieuw een eigen niche te creëren, nu op de luxe botenmarkt. Tijdens een rit maken we een pitstop in Maartens verleden en accelereren via het heden door naar zijn toekomst. Die ook weer richting asfalt beweegt!

Door Viola Robbemondt © House of TXT

Stel je je een rit in een supersnelle speedboot voor als tamelijk oncomfortabel, dan heb je nog nooit in Maarten de Bruijns luxe Silvestris ‘watercabriolet’ gezeten. Met honderdtwintig kilometer per uur scheer je messcherp door de golven terwijl je doodnormaal met elkaar kunt babbelen. Ook fotograaf Arno en zijn camera blijven op de luxe achterbank – en zelfs in tamelijk haaks genomen bochten – droog. Het is verbazingwekkend en heeft alles te maken met het vederlichte, doch superstijve, gelijmde aluminium spaceframe, gebouwd naar voorbeeld uit de vliegtuigindustrie.

Silvestris

Tijdens de Rit over de Loosdrechtse plassen vertelt Maarten: “Het meest trots ben ik op het feit dat mijn boot zowel technisch als esthetisch anders is dan alles wat er al bestaat. Deze bekleding is bijvoorbeeld van Koninklijke Hulshof, de lederfabrikant met wie ik ook voor Spyker werkte. Het is gemaakt van stierenhuiden omdat die steviger en stugger is dan die van koeien. Het leer wordt speciaal voor Silvestris op een speciale manier behandelt zodat het zeewaterbestendig is en dus niet vlekt of schimmelt.”
Op de steiger – waar dit 23 voet lange, vijfpersoons waterkunstwerk met een 8,2 liter Mercury motor met compressor, goed voor 600 pk, buitenaards lijkt naast de gewone hobbybootjes – demonstreert Maarten een van de technische uitdagingen: het op afstand bedienbare klapluik waardoor je als eigenaar niet hoeft te knoeien met afdekzeiltjes. Een druk op de knop en bank en dashboard zoeven weg en worden waterdicht afgedekt. Het ontwerp kostte Maarten uiteraard de nodige hoofdbrekens: “Maar,” legt hij uit “als ik iets met mijn handen kan maken dat ik heb uitgedacht, ben ik ook helemaal in mijn element. De auto is dan wel waar mijn hart het meest naar uitgaat. Maar dit ligt er zo dicht tegenaan: dit is een auto zonder wielophanging.”

Silvestris-3x

“Als ik een idee heb, maak ik slechts een paar simpele schetsen en vervolgens bouw ik meteen een schaalmodel, liefst 1 op 1,” legt hij zijn designproces uit. “Ik zie dan meteen of dingen werken. Ik werk dus ook niet met die CAD-programma’s, ik kan helemaal niet met computers overweg. Sterker nog: als ik aan een computer kom, crasht-ie. Zelfs als iemand mij iets wil laten zien op de computer en ik kom ernaast staan, dan loopt-ie geheid vast. Is al jaren zo, ik weet niet hoe het komt. Een heel goede tekenaar heeft die klapluiken voor ons in CAD gezet. Die zei: ‘Wat jij wilt, kan helemaal niet. Het luik is niet breed genoeg om er ook nog fatsoenlijk tussen te kunnen zitten. En maak je hem breder, dan gaat hij door de bodem heen als je hem weg wilt klappen.’ Maarja, ik had de werkelijkheid al staan, dus ik kon laten zien dat het wel degelijk werkt. Blijkt er na een dag zoekwerk toch een getalletje verkeerd ingevoerd in CAD. Wrang voorbeeld, maar bij NASA is zo’n Apollo ruimteschip programma op zo’n lullig verkeerde vergissing de mist in gegaan. Ze hadden het imperial en metric cijfersysteem verwisseld. Daarom zorg ik dat ik de werkelijkheid al heb gerealiseerd, ik heb de oplossing al die we vervolgens in de computer zetten.”

Maarten de Bruijn -silvestris

Momenteel ontwikkelt Maarten de watercabrio verder door en hij werkt alweer aan de opvolger van zijn kleine elektrische voertuig Qugo, waarop je, als op een Segway, staat. Hij is zeer compact, weegt slechts 35 kilo en is zeer handzaam en wendbaar. Je stuurt zowel met het stuur als met je benen, als op ski’s. Maarten rijdt er lachend mee door zijn fabriekshal. “Voor deze Qugo hebben we niet de Silvestris-naam gebruikt, omdat het een beeld geeft van onbereikbaar duur,” zegt hij. “Dat is de Qugo juist niet. Ik ben er blij mee, het is weer een kind dat nu zijn eigen leven gaat leiden. Frits Breeman (al meer dan honderd jaar BMW dealer) is onze eerste partner daarin. Hij gaat ze voor ons distribueren in Nederland. ”
De Bruijns ruimtelijk inzicht is imposant en heeft waarschijnlijk iets te maken met zijn dyslexie. Maarten: “Door de dyslexie heb ik geen autotechniek of werktuigbouwkunde gestudeerd, ik heb een paar jaar economie gedaan en daarna ben ik nog Drs. in de planologie (de wetenschappelijke reflectie op ruimtelijke planning) geworden. Niet dat ik daar iets mee wilde overigens, maar ik wilde wel per se studeren, al had en heb heel erg moeite met getallen. Bijvoorbeeld 89 en 98 zijn identiek voor mij. Als het belangrijk is om het goed te hebben, dan doe ik 7 x 6 bij wijze van spreken nog steeds op een rekenmachine. Ik kan wel goed spellen, maar klanken en woorden spiegel en draai ik en dat is heel verwarrend als ik iets moet snappen. Ik heb synesthesie zoals dat heet. Als ik een naam hoor, dan zie ik dat niet als letters voor me, maar als een ritme, melodie en kleur. Mijn moeder en zusje hebben het ook en het schijnt ermee te maken te hebben dat een gehoorzenuw dicht langs een gezichtszenuw loopt. Die kunnen dan informatie uitwisselen. Het voordeel van die dyslexie is dat als ik iets ontwerp ik het meteen driedimensionaal voor me zien. In mijn hoofd kan ik het draaien en van onderen en boven bekijken. En ik zie dan meteen wat werkt en wat niet werkt zodat ik het vervolgens kan bouwen. Een calculatie is voor mij achteraf enkel een bewijs dat ik goed zat.”

Silvestris-int

Hoe enthousiast Maarten ook is over zijn andere ontwerpen, zijn ogen gaan toch het meest glimmen als hij praat over zijn nieuwe autoplannen. Hij zegt: “Ja, bloed kruipt toch waar het niet gaan kan… Ik ben bezig om een prototype te bouwen maar er zijn nog geen plannen om ‘m op de markt te brengen. Ik pas allerlei nieuwe technieken toe, heb bijvoorbeeld een gelijmd chassis gemaakt en een nieuwe wielophanging. Maar deze auto gaat pas het levenslicht zien als hij er echt klaar voor is. Het wordt in ieder geval weer een high end handgemaakt product. Een pure auto, licht, Spartaans. Het rijdt ook veel leuker als al je zintuigen geprikkeld worden. Hij moet goed handelen, snel zijn, goed ruiken, goed voelen, goed klinken, er goed uitzien. En als het raampje een beetje kiert als je boven de 200 km/h uitkomt: dat maakt niet uit want je luistert naar de motor. Ik wil een dikke V8 in het midden. Heerlijk om weer aan een auto te werken, ik kan er mijn wildste ideeën in kwijt en dan gaan we straks wel weer kijken, met alle ervaring die ik inmiddels heb, of en hoe we dat dan slim op de markt zetten. ”
Nu Silvestris Haute Motive lekker loopt, oogt Maarten veel meer ontspannen dan in zijn Spykertijd, toen hij en Victor Muller regelmatig met elkaar overhoop lagen. In zijn verhalen komt zijn ‘kind’ Spyker logischerwijs nog wel regelmatig langs. Maarten: “Ik had gewoon een heel ander beeld op Spyker dan Victor. Hij wil groot en ik niet. We komen elkaar nog wel eens tegen, en ik wens hem alle goeds. Hij heeft het zwaar genoeg met wat hij nu bij Saab aan het doen is. Ik geloof er niet zo in, en hoop dat Spyker niet van tafel valt. Maar ik hoop voor hem dat het allemaal zo gaat zoals hij het wil. We zijn gewoon zo totaal verschillend… In het begin van Spyker vulden we elkaar super aan. Hij zat toen nog bij Weismuller en ik was die auto aan het bouwen en testen. Pas toen hij in 2001 echt in het bedrijf kwam werken, merkten we dat we wel heel anders dachten, er ook een heel andere moraal op na houden. Vooral dat laatste vond ik moeilijk, want ik ben heel keurig opgevoed. In die zakenwereld waar hij in zit, gaat dat een beetje anders en daar moet je je ook maar koosjer bij voelen. Dat wilde ik niet meer. Hij kon volgas een doodlopende straat in accelereren en er ging altijd een klein deurtje voor hem open. Terwijl ik te pletter sloeg. Je kunt zoiets alleen doen als je er geloof in hebt. Ach, ons pad heeft een tijdje parallel gelopen en nu doen we allebei weer ons eigen ding. En als we elkaar niet tegen waren gekomen, was Spyker er nu niet.”

SpykerC8
Maarten zegt wel eerlijk dat zijn handen soms jeuken om de Spyker even opnieuw aan te pakken. Hij zegt: “Ik zou het weer lean en clean willen neerzetten. Grappig om te zien is, dat men nu bij Aston Martin met de One-77 doet waar ik destijds bij Spyker mee bezig was. Custom made, geen enkel exemplaar is hetzelfde, met de hand geklopt, niets is uitwisselbaar. De liefhebber wil dat, ik geloof daar heilig in. Heb dat destijds helaas niet kunnen overbrengen aan de rest van het bedrijf. Die gingen allemaal mee in het verhaal van de aandeelhouders, Victor voorop, om groter, groter, groter… Terwijl ik alles had opgezet voor 35, 40 auto’s per jaar. Vervolgens gingen er miljoenen in om, want we moesten naar honderden exemplaren per jaar. Maar ik zag de plek daar niet voor, de klanten niet voor. En met al die miljoenen die erin gepompt zijn, maken ze nu nog steeds dezelfde aantallen die ik voor een spreekwoordelijke habbekrats maakte. Op papier klopt het wel, de redenering was: ‘als we er bij Karman meteen 350 laten maken, dan kost dat veel minder’. Maar dan moet je ze wel verkopen! Ik vond het wel ironisch om te zien dat Karmann die auto’s dan uiteindelijk weer liet bouwen waar ik ze allang aan het bouwen was, bij CCP in Coventry. Ik wilde altijd dat het daar gewoon bleef, maar iedereen lachte me uit. Maar uiteindelijk had ik die leercurve al gemaakt. Dat stoort me nog wel… ” Dan, haast verontschuldigend, : “Ja het blijft mijn kind hè… Het voelt wel eens alsof mijn kind uit huis is en bij een sekte is gegaan. Als vader denk dan: ‘Verdorie, had ik maar…’ Maargoed, het is een eigen leven gaan leiden en dat is uiteindelijk de bedoeling. Per saldo ben ik blij, want ik kan nu ook weer mijn eigen ding doen. Ik voel me ook veel beter, ik had op het laatst hoge bloeddruk en pijn in mijn maag. Op een gegeven moment dacht ik: ‘Dat is het me niet waard’. Ik wil straks niet met een maagzweer voor m’n veertigste afgefakkeld zijn. Hard werken is niet erg, maar frustratie en tegengewerkt worden, dat is killing. Dat wil ik niet meer meemaken.”

maarten de bruijn-aan het werk

Om tot rust te komen, gaat Maarten graag het bos in, of hout hakken bij zijn ouders in Joppe. Hij moet, zo vertelt hij, regelmatig aarde onder zijn voeten hebben en oude bomen om zich heen. Die sfeer vindt hij in zijn huis aan de rand van Hilversum tegen natuurgebied Lage Vuursche aan, dat hij deelt met vriendin Caatje. Het grote ‘moeten’ lijkt eraf. Silvestris runt hij ook niet als directeur, maar als partner, samen engineer Jan Willem Schoenmakers en bedrijfskundige Leon Vergunst. “Ik heb nu eenmaal een onderneming nodig om te kunnen doen wat ik leuk vind,” legt hij uit. “Ondernemen is dus een hulpmiddel. Het is ook spannend om iets te maken wat toch winst moet gaan opleveren, waaraan je iets verdient. En om jezelf met kennis en kunde steeds weer te overstijgen. Onbeperkt budget hebben lijkt me niks, dan word je niet uitgedaagd om creatief en competitief te zijn. Bij mijn schilderijen en beeldhouwwerken kan ik enorm genieten van het resultaat, ik doe dat namelijk helemaal voor mezelf. Daarbij heb ik heel veel aan mijn vriendin Caatje – die zelf ook kunstenaar is – weer dingen ziet die ikzelf nog niet zag. Zij is daar heel kritisch in. Dat maakt dat ik steeds beter leer kijken en dat is het belangrijkst, goed kijken. Uiteindelijk blijft kunst een kwestie van smaak, maar als ik een auto bouw die sneller gaat dan die van een ander. Of waar men met een grotere grijns uit komt, die meer pk’s heeft, dan is het tastbaar. Dan is het net even echter. Dat is multidimensionale kunst die je werkelijk kunt beleven”.

2 Comments on “Interview: Maarten de Bruijn

  1. Ik wist niet dat we in Nederland zulke bijzondere mensen hebben op dit gebied.
    Dank je wel voor het plaatsen van dit bericht.

  2. Net het interessante verslag voor het eerst gelezen .
    Zo is Maarten zoals het beschreven is als ik hem al van de jaren 80 hem voor het eerst ontmoette bij audi club .
    Een bescheiden Jongen met veel vaardigheden en passie.
    Kende hem sinds de Audi club nederland waar wij zonen zijn van eerste eigenaren Audi 100 periode model 197! -1974 zijn vader een witte en mijn vader beige. Wij hielpen elkaar zoals ik een een oliekoeler met flens aan hem meegaf die hij kon gebruiken.
    Weet nog dat hij een trapwagen in zijn periode dat hij studeerde klopte van metaal voor zoon van familielid.
    Dat was al te gek. Zo ook de aquarel hij maakte van de witte audi 100.
    Ook nog eens tijdens meeting audi club wij hem opperde een auti te maken als je dat allemaal al kon… mijn broer marco die Mts motortechniek en electronica voor hem schetsje maakte over de motor als middenmotor achterin.
    Jaren later stond hij (1997?) onverwachts bij mij werk bij de gem.soc.dienst bilderdijkkade amsterdam.
    Sandra Kars riep mij over de afdeling Rolf je vriend Maarten staat met een geweldige auto voor de deur ! Oh die witte audi 100 riep ik??
    Neen een grijze gave sportwagen….riep zij.
    Ik verbaasd was keek uit het raam als amsterdammer dacht ik kolere gaaf zeg…die Maarten flikt het weer.
    Weet ook nog een leuke gebeurtenis vlak voordat de muis gekeurd voor nl kenteken bij moest worden bij Rdw amsterdam Jarmuiden ik meen rond 13:00 uur.
    Met hem afsprak op de overtoom waar hij stond met zijn muis met veel omstanders met geweldige blikken…en ik kreeg een grijn s toen ik Maarten zag staan…wat was hij opgelucht en hij weet nog wel waarom.
    Ja dat was echt heel spannend de ” muis ” achter rijdend met de Audi 100 van 71 wat was dat een ervaring dat anderen ins de ruimte gaven. Een semi klassieke audi 100 met daarachter een onbekende voor overige niet wetende weggebruikers dat dit later een prototype voorloper was van de Spyker ..
    De door mij gemaakte foto’s gaf ik hem later cadeau.
    Dat hij bij ons thuis ik meen in 1998 ? (amsterdam Hermitagelaan ) trots rond 20:00 uur onverwachts zijn schetsen van een prototype spyder liet zien.
    Hij vroeg mijn mening. Ik keek erna..ik bleek jaren laterkenmerken van autist te hebben beleef de wereld iets anders en meer op details let en het onthoud die anderen allang zijn vergeten.
    Het voor mij heel geweldige ervaring de tekeningen te mogen bekijken . Zo mooi de verfijnde details dat ik er foto van gemaakt had en die heb ik nog steeds vaak bekijk.
    Mijn dochter Lidia (1995)vond ze ook mooi zo klein ze was.
    Tijdens auto rai mocht ik samen met mijn dochter Lidia samen in een zwarte Spijker spyder waar Maarten een foto maakte van ons.
    Ja zo spontaan is Maarten…
    Weer jaren later sprak ik nog met Maarten toen ik merkte Spijker met heer Muller een andere koers ging varen dat ik erg jammer voor Maarten vond en ik had het met te doen….en meen dat het rond de auto Rai was met dat imposante mooie aluminium stand.
    Weet nog dat ik hem belde en opperde dat vermogende eigenaren die een Spijker kunnen aanschaffen, daar hoort eigenlijk een boot in het water erbij te liggen in st tropez of zo.
    Ipv de mooie klassieke Riva’s die vrienden Paul en Tom ook zo mooi kunnen restaureren gelegen in loods aan de nieuwe meer.
    Ja gelukkig is dat door hem blijven hangen en ben blij dit gezegd had .
    Ja zijn dromen worden eigenhandig gemaakt.
    Ja hij is niet iemand die van aanpakken weet en zo verfijnd is in details en afwerking kan maken..
    Ben trots op hem
    Ga zo door Maarten ga je goed hoop dat je eens voir de gewone man ook er weer wat moois ontwerpt en op de markt brengt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*