Elektrisch rijden is onzinnige investering

Bij de uitgang van de AutoRAI kreeg ik vorige week een folder in mijn handen gedrukt over elektrisch autorijden. Ik moest meteen denken aan het artikel wat ik onlangs in het AD las en dat mijn gedachten over elektrische auto’s bevestigd. De propaganda-machine voor dit fenomeen draait namelijk wel op volle toeren, Minister Eurlings trekt er 10 miljoen euro voor uit. Balkenende ‘wil’ dat er in 2020 1 miljoen van rondrijden.

Mooi allemaal, maar er zijn nog zoveel hindernissen te overwinnen dat het juichen nog even moet worden uitgesteld. Ik citeer milieudeskundige Raymond Gense. Hij werkt bij Pon Holdings als manager duurzame ontwikkelingen: “De euforie over de elektrische auto is geheel onterecht. Elektrisch rijden heeft inderdaad de toekomst, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar dan hebben we het wel over tien of misschien zelfs twintig jaar. De komende jaren bewijzen we het milieu er helemaal geen dienst mee. De stroom die de elektrische auto’s voeden, komt uit elektriciteitscentrales die veel CO2 produceren. Nederland loopt in Europa achter met het opwekken van groene stroom, het gaat omhooguit 6 procent van ons stroomverbruik. Bij vrijwel alle initiatieven die op dit moment worden gesubsidieerd, gaat het om elektro-auto’s die zich qua gebruikscomfort niet kunnen meten met de huidige benzine en dieselauto’s. Na maximaal 250 km moeten de accus opgeladen worden en dat duurt veelal uren. Ook is de veiligheid een potentieel probleem. Bijna alle elektrische auto’s die je nu kunt kopen, zijn omgebouwde versies van bestaande modellen. Er is simpelweg een pakket van tientallen tot honderden kilo’s op de achterbank gelegd. Soms zitten de accu’s met een paar spanbanden vast. Die auto’s hebben ook nog nooit een EuroNCAP botsproef ondergaan. Wat denk je wat er gebeurt als zo’n auto in een kettingbotsing verzeild raakt? Dan krijgen de inzittenden een paar honderd kilo aan accu’s te ‘verwerken’ en is de letselschade niet te overzien.

(illustratie: Han Hoogerbrugge).

Nog een belangrijk nadeel van de elektrische auto is voorlopig ook de prijs. Voor een beetje gezinsauto met 200 km actieradius heb je een accupakket nodig ter waarde van tenminste 70.000 euro. Een elektrische gezinsauto kost dan zomaar 100.000 euro. Ook al zou zo’n accu een levensduur hebben van tien jaar (wat zeer de vraag is) dan ben je daarna je investering van 70.000 euro kwijt. Die enorme afschrijving maakt van de elektrische auto op dit moment een onzinnige investering totdat de accu’s goedkoper en duurzamer worden. Dit gebeurt pas bij productie van grote series en daar zijn we de komende jaren nog niet aan toe.”
Ook over de voordelen van elektrisch rijden kun je twisten. Een elektrische auto hoor en ruik je niet. Maar over dat geluid kun je discussieren. Sommige vinden het gevaarlijker omdat voetgangers en fietsers een elektro-auto niet horen aan komen. Gense verwacht wel dat de elektrische auto in de toekomst haalbaar is. “Maar we moeten de industrie eerst de tijd geven en onze elektriciteitsopwekking verder ‘vergroenen’ door het bouwen van windmolen- en zonnepanelenparken. Voorlopig kunnen we ons belastinggeld beter investeren in het rijden op bijvoorbeeld groen gas, dat verkregen wordt uit vergisting van mest en ander organisch afval. Het is volkomen CO2 neutraal en verbrand extreem schoon zonder uitstoot van fijnstof of NOx. Het is goedkoper dan rijden op benzine of diesel, het stimuleert de agrarische sector en maakt ons onafhankelijker van dure en schaarse olie. Veel fabrikanten leveren al auto’s die hierop kunnen rijden en je kunt al op 22 plaatsen in Nederland aardgas tanken. Daar help je het milieu en onze economie vandaag al mee.”