Jaguar XK

Het auto-virus nam me als klein meisje al te grazen. Op weg naar onze vakantiebestemmingen in Italië, Oostenrijk en Spanje drukte ik steevast mijn neus tegen de ruiten van mijn vaders Opel Kadett en spotte de mooiste auto’s. Enthousiast gillend en wijzend als ik mijn favoriet zag, die met de springende kat op de motorkap: de Jaguar. Elk type was goed, maar als er een sportieve, lage E-Type met zijn lange neus voorbij gleed, was mijn dag helemáál gemaakt.

Dat verliefde vlindergevoel bekruipt me nu weer als ik in Jaguar’s nieuwste telg, de XK Convertible, stap. Nu ben ik helemaal geen fan van cabriolets.

Noem me gestoord, maar ik heb geen zin om mijn schouders in te moeten smeren met zonnebrand als ik ga toeren. Geen zin in wegwapperende doekjes, sjaaltjes en petjes op mijn hoofd. En al helemaal geen zin om het jaloerse commentaar van de onbehouwen kerel naast me bij het stoplicht aan te horen: “Hey, ik weet hoe jij die verdiend hebt…” Lekker gevoel dus, dat je die Jag-kap binnen een paar seconden met een druk op de knop niet alleen opent, maar ook weer sluit.

De charme van deze wagen zit ‘m in de eerste plaats in zijn looks. In de lange, beeldschone, vloeiende lijnen van de carrosserie. In die geweldige velgen en enorme wielen die de kasten optimaal vullen. Zijn kont met achterspatborden die als een paar ronde heupen wulps uitsteken. De lage neus en koplampen die je aanstaren met een hooghartige air… En dan het interieur: alles is tot in de puntjes afgewerkt met zacht, beige leer en het walnotenhout in het dashboard zorgt voor een vleugje klassiek.

Als ik uitgekwijld ben op zijn uiterlijk, krijg ik direct de volgende kick. Want rijden met de 4.2 liter V8 motor onder de motorkap en dat voelt alsof je een grote poes aait. Hij lijkt tam en toegeeflijk en maakt zachte, lage ‘spin’-geluidjes bij relaxt toeren. Maar vergis je niet. Want vloer je het gaspedaal dan reageert de XK met een dierlijke, rauwe grom en ik word heerlijk achterover in de kuipstoelen gedrukt terwijl de toerenteller omhoog schiet en andere weggebruikers stil lijken te staan… kippenvel.

De XK is overigens een soort kruising tussen een sportwagen en een Grand Tourisme (GT) wat als voordeel heeft dat ik ook tijdens lange ritten heerlijk comfortabel zit. Ondanks zijn platte 19 inch banden voel ik geen hobbeltjes of drempeltjes. Dus kan ik me helemaal concentreren op het sturen en op het bekijks wat deze verschijning overal teweeg brengt. Soms is het heerlijk om te kicken op jaloerse blikken! Zijn uiterlijk in alle opzichten. Hier is geen naadje en geen welving verkeerd. De automatische zesbak kun je zelf zijn werk laten doen, maar wil je zelf ook nog wat sportievigs doen, dan schakel je met de flippers aan het stuur.

Het linnen kapje ‘speelt’ boven de 100 km/u met de wind waardoor ik me af en toe in een horrorfilm waan: de wind giert erlangs in alle toonhoogtes. Muziek aan dus! En ik heb ruzie met het navigatiesysteem: “Nee dame, ik wil niet naar huis, ik wil verder cruisen!”

De Jaguar XK Convertible kost vanaf €125.900. De Coupé is er vanaf €114.900

Van deze coupe word ik dus nog veel warmer… heet zeg maar…