Interview Ivo van Hulten – Audi

Via deze link zie je de pdf van mijn artikel over Ivo van Hulten, een van de ontwerpers van Audi’s R8. Het heeft vorige week in Autovisie gestaan.

viola-ivo.jpg

Voor de tekst lees je hier

Het zuid Duitse Ingolstadt heeft een oppervlakte van 134 vierkante kilometers en telt ongeveer 125.000 inwoners. Maar hele volksstammen verdienen er hun brood op de twee vierkante kilometer van de Audi-stad. Op het complex gonst het als in een bijenkorf. Maarliefst 32.000 medewerkers zorgen in deze hypermoderne omgeving voor dat Audi kon uitgroeien tot een premiummerk dat wereldwijd respect en bewondering oogst.
Het was de R8 – het topmodel dat de emotionelere designtaal spreekt – die de innige wens oproept om in dat kloppende hart te kruipen. Om Audi’s nieuwe design-dna van dichtbij te mogen voelen, proeven, ruiken en zien. Maar waar het Audi-museum en het hypermoderne aflevercentrum, waar dagelijks een slordige 300 nieuwe Audi’s een nieuwe eigenaar krijgen, vrij toegankelijk zijn voor publiek, daar zijn de andere kantorencomplexen streng beveiligd. Mijn mobieltje met camera moet ik meteen inleveren en alles gaat met pasjes en poortjes. Het kloppend hart van het geheel, de ontwerpstudio, is een vesting van het kaliber Vaticaan. Dit onopvallende gebouwtje met geblindeerde ramen aan de rand van het gigantische complex waar straten namen dragen als ‘Quattro Ring Süd’ en ‘Schneller Weg’ betreedt niemand zomaar. En wie, zoals ik, dacht dat de geheime poorten van de designstudio aan de ‘Quattro Ring Nord’ wel even op een kiertje zouden gaan voor ‘die beste Auto-Zeitschrift aus Holland’ komt bedrogen uit. Want de centrale hal van de ontwerpstudio is alles wat mijn nieuwsgierige ogen – nauwlettend in de gaten gehouden door drie Audi-functionarissen – mogen zien. De fotograaf, door Audi zelf ingehuurd en tot zwijgplicht gemaand, maakt op mijn verzoek foto’s van de Nederlandse junior designer Ivo van Hulten tijdens zijn werkzaamheden. Waarna Ivo in een minder geheim deel van het complex met behulp van zijn laptop uitleg geeft over zijn werk:

Hoe ziet jouw werkdag er doorgaans uit?
Ivo: “Er zijn heel duidelijk verschillende fases in het proces. Eerst is er het nieuws ‘We gaan een showcar bouwen’. Vervolgens kijken we welke richting we op willen. Dat wordt allemaal tot in detail uitgeformuleerd. Met al die informatie in mijn hoofd ga ik schetsen. Ik moet met veel zaken rekening houden. Bij een productiewagen moet ieder onderdeel bijvoorbeeld ook goed geproduceerd kunnen worden. De schakelpook die ik voor de R8 heb ontworpen, schets ik in diverse onderdelen zodat goed te zien is waaruit hij is opgebouwd. Ook visueel moet alles kloppen. Het licht moet perfect over alle oppervlaktes lopen. Vervolgens wordt alles opgemeten, in de computer gezet en verder ontwikkeld. Het is een heel modern proces.
Maar ook het kleimodel is nog steeds erg belangrijk omdat je erin kunt gaan zitten. Dan voel je hoe bepaalde volumes werken. En soms kan iets in de computer recht lijken, maar in ‘real life’ scheef zijn. Dat kleimodel scannen we driedimensioneel in en vervolgens bewerken de computermodelleurs het zodanig dat de techniek erin past.
Er zijn voortdurend afstemmingsronden met veel verschillende afdelingen: engineering, marketing, finance… Eens in de zoveel tijd komt ook de Raad van Bestuur naar de actuele stand van onze modellen kijken. Die zijn dan op schaal 1:1 helemaal in hardschuim of klei gefreesd. Op de ommuurde en streng beveiligde buitenplaats kijken we ernaar in daglicht. Daarbij zie je weer dingen die je bij kunstlicht niet ziet. Waarna alles weer tot in perfectie wordt fijngeslepen.”

Waarom komt de Raad van Bestuur kijken?
Ivo: “Zij houden toezicht op de ontwikkeling van al onze producten in al zijn facetten en hebben dus veel meer overzicht en informatie dan wij. Het is dus geen bemoeizucht, maar het voegt juist veel toe. Soms blijkt dat we iets bij moeten sturen. Voor de R8 was het belangrijk dat het behalve een straatversie van de race-auto R10 ook een gebruiksproduct moest worden. Soms kiezen wij designers voor oplossingen die misschien net te vooruitstrevend voor het project zijn. Zij zeggen dan: ‘Allemaal prachtig, maar past die Golf-bag er nog wel in? En: ‘Spiegelen de glazen onderdelen niet in je ogen?’ De R8 moest worden als een maatpak. Een racepak, een chique pak: hij moet altijd passen. Of je nu 250 km per uur rijdt op de Autobahn, op vakantie gaat of in de file staat naar je werk.”

Je bent dus veel met mensen bezig?
Ivo: “Ja. Iedereen heeft z’n specifieke taak en overleg is cruciaal. Ik sta ernaast, ik stuur aan en soms zit ik om het half uur bij iemand anders. Na het eerste tekenwerk ben ik in feite de hele dag aan het praten. Ik heb bijvoorbeeld met modelleurs te maken die ook vaak hele weekenden doorwerken. Als ik daar dan voor de zoveelste keer met ‘kritiek’ kom, dan moet dat op een goede, menselijke manier gebeuren.”

Ben je daar goed in?
Ivo: “Ik denk het wel, ik vind het leuk om op een gezellige manier samen een fantastisch product te maken. Het hele proces boeit me. Het is een constante stroom van verandering, van aanpassing. Wordt mijn idee gekozen- andere designers dienen ook voorstellen in- dan is het weer afstemmen met de technici en met alle bazen. En dan begint er weer een proces, want die technici zeggen dan misschien: ‘Da’s heel mooi, maar dit-en-dit past er niet in’. En dan probeer ik in de diepte te duiken van de techniek en te kijken of we nog iets kunnen veranderen.”

Hoe kwam jij erachter dat je auto-ontwerper wilde worden?
Ivo: “Een kennis van mijn vader is schoenontwerper en ik praatte veel met hem. Als je een schoen uitvergroot, lijkt het op een auto. In die tijd, ik was 5 of 6 jaar oud, tekende ik vrij veel auto’s. Daarna is dat verwaterd en op de middelbare school en de Eindhovense Academie raakte ik geïnteresseerd in allerlei vormen van kunst en design. Auto’s verdwenen meer naar de achtergrond. Pas in de laatste twee jaar van de Academie, ik was een jaar of 21, begon dat weer te groeien en heb ik me er helemaal op geconcentreerd. Een van mijn teken-leraren werkte bij GE Plastics. Daar kreeg ik mijn eerste stage. Ik heb er een half jaar gezeten en onder andere meegewerkt aan concepten voor Smart. Bij GE Plastics had men contacten bij Pininfarina in Italië en ook daar kon ik stage komen lopen.”

Hoe gaat dat, koos men bij Pininfarina jou uit?
Ivo: “Geluk gehad. Een design-manager van Pininfarina was voor een bespreking bij GE Plastics en ik kon hem op dat moment mijn portfolio laten zien. Blijkbaar beviel die en kon ik drie maanden komen. Het was een spannende tijd want ik sprak helemaal geen Italiaans. En zij geen Engels of Duits. Dus heb ik ook vaak met tekeningetjes uitgelegd wat ik bedoelde.”

En na die drie maanden?
Ivo: “Ben ik afgestudeerd en heb ik een lijst met adressen weten te bemachtigen en heb mijn portfolio rondgestuurd naar twintig verschillende designstudio’s over de hele wereld. Van Japan tot Amerika. Veel merken hebben meerdere studio’s dus er zijn best mogelijkheden. Ik wilde toen al supergraag naar Audi, maar ik had nog zo weinig automotive ervaring dat dat moeilijk werd.”

Waarom wilde je zo graag naar Audi?
Ivo: “Aan het einde van mijn schooljaren kwam Audi met de TT en de A6 en dat waren modellen waarvan iedereen stond te kijken: dat ze zoiets moois en minimalistisch op straat hadden gezet, wow! Je zag ze overal terug in video-clips dus het was helemaal hot.
Maar het liep anders, want ik kreeg in Italië een stage bij Fiat/Lancia. Ik ben daar een maand of negen geweest en heb onder andere meegewerkt aan concepten voor de FIAT 500. Ook heb ik met Allessandro Mendini (hij ontwierp onder andere het Groninger Museum) mogen werken. Hij deed op dat moment een project met Fiat, dus dat was ook fantastisch.”

Uiteindelijk kwam jouw Italiaanse werkervaring je dus goed van pas…
Ivo: “Ja, want na mijn tijd bij Fiat/Lancia heb ik weer portfolio’s rondgestuurd en dit keer kreeg ik wél een positieve reactie van Audi. Ik mocht stage komen lopen. Ik had zelfs zoveel geluk dat ik mee mocht werken aan het Le Mans Quattro showcar-project, de voorloper van de R8. Dat ging zo goed dat ze me een vaste baan aanboden. Perfecte timing, want da’Silva was net bezig om de combinatie tussen de Duitse Bauhaus-stijl en het Italiaanse design te maken.”

Je mocht bij je droom-autoproducent komen werken… Hoe ervoer je dat?
Ivo: “Stagiairs mogen bij Audi gewoon meedraaien in het proces en krijgen redelijk veel te zien van wat er allemaal gaande is. Ik kan me dus nog heel goed herinneren toen ik op mijn eerste dag tussen al die modellen rondliep. Ik moest mezelf steeds knijpen: ik loop nu écht hier. In een afgegrensde ruimte werd aan de Le Mans Quattro gewerkt en daar hing een lijst met maar twintig namen op de deur. Waaronder de mijne. Dat was echt een enorme kick.”

Wat doe je dan? Ga je mensen bellen om te vertellen van: moet je horen wat ik nou allemaal heb meegemaakt?
Ivo: “In dit vak is dat moeilijk want je kunt niet precies zeggen aan welk model je werkt of details geven. Toen ik aan die R8 werkte had ik natuurlijk niets liever gedaan dan aan iedereen vertellen: ik werk nu aan een sportauto van Audi. Maar je tekent voor geheimhouding. Dat heb ik er ook graag voor over.”

Jij zegt steeds ‘Ik heb geluk gehad’, maar dat is natuurlijk niet helemaal waar. Je bent ook vaak afgewezen. Hoe bleef je gemotiveerd?
Ivo: “Als creatief leg je je ziel en zaligheid bloot. Wat je tekent ben je zelf. Als mensen daar kritisch op zijn is dat soms best moeilijk. Maar het is ook een goede ervaring die je in het vak echt wel nodig hebt. Je moet je af en toe van je werk kunnen distantiëren. Het kan nu eenmaal gebeuren dat anderen het niet goed vinden. Daarmee leer je omgaan.”

Hoe doe jij dat?
Ivo: “Veel mensen haken op zulke momenten af. Maar wat de toppers gemeen hebben is dat ze niet bang zijn en blijven ‘vechten’ om iets te bereiken. Blijven proberen, doorgaan en er veel voor doen en laten. Je moet uit Nederland weg, je laat vrienden, kennissen, familie achter. Je neemt grote stappen.”

Nu ben je 4 jaar hier. Heb je tips voor talent?
Ivo: “Je moet in ieder geval eerst je huiswerk doen. Zorgen dat je op een bepaald niveau komt. Het Internet kan daarbij een grote hulp zijn. Er zijn forums waarop je het niveau van professionele mensen en ook studenten kunt bestuderen. Kijk dus goed naar wat anderen doen en train jezelf zodanig dat het erop begint te lijken. Daarna maak je een bijzondere map waaruit je talent, creativiteit en originaliteit blijkt. Het moet in ieder detail zichtbaar zijn. Dus als jij de meest prachtige tekeningen hebt gemaakt maar die even met een paperclipje in een envelopje stopt, zegt dat al dat je net een stukje mist. Presentatie is zeer belangrijk. Vervolgens moet je blijven volhouden en de lat in het begin niet al te hoog te leggen. Een stage bij een toeleverancier is ook al een stapje dat je dichter naar je doel brengt. Veel mensen willen meteen van 0 naar 100. En dat bestaat gewoon niet, in geen enkel vak. Een pianist oefent ook zijn hele leven.”

Hoe krijg je inspiratie?
Ivo: “Ik bezoek graag grote steden. Maar ook films, kunst, Internet, de natuur en muziek inspireert. Voor de R8 hadden we vaak een adelaar voor ogen die heel scherp de wereld in blikt. Dat komt terug in het karakter van de auto. Het ontspannen en zelfbewuste zweven en dan plotseling de verandering in een agressieve jager. Deze blik vind je terug in de koplampen van de auto.
Tijdens het tekenen van de R8 zat ik ook veel met mijn koptelefoon op en luisterde naar minimal-muziek of met invloeden uit de seventies: soms heel rustig, soms heel technisch en heftig. Dat roept dan een gevoel bij me op en werkt op het onderbewustzijn. Heel ideaal om zo te werken, kan ik helemaal in mijn eigen wereldje zitten.”

Waarom maken jullie nu een emotioneler design bij Audi?
Ivo: “Je had de TT en de A6 die heel minimalistisch en strak waren. Ik sprak laatst een collega designer die zei: ‘Fantastisch, je kunt er geen lijn meer aan weglaten’. Maarja, als je daar bent aangekomen, kun je niet nog meer reduceren. En hoe gaat een merk zich dan verder ontplooien, welke kant willen we op? De conclusie was dat we Audi sportiever wilden positioneren en daar paste een emotionele, elegante designtaal bij. Maar we wilden ook de Duitse vormgeving niet helemaal loslaten.”

Waren de Italianen onontbeerlijk in dat proces?
Ivo: “Nee. Maar iemand als Walter da ‘Silva die die hele beweging op gang heeft gebracht bij Audi – hij zit nu bij VW – heeft een goede visie gehad en trof precies de juiste snaar.”

Dus het is meer de persoon dan het land?
Ivo: “Ja, maar de Italianen staan van huis uit natuurlijk bekend als dé designers. Als je kijkt naar productdesign dan is Nederland ‘hot’. De Academie in Eindhoven is een aantal jaren geleden in de New York Times al genoemd als een van de meest vooraanstaande designscholen ter wereld. Maar de Nederlandse designschool is nog niet zo gevestigd als de Italiaanse of Duitse met hun Bauhaus. Bauhaus was de voorloper van het minimalistische en het hele ‘vorm volgt functie’ verhaal. Dus ieder land heeft zo z’n roots. Maar bij deze job heeft het wel geholpen dat da ‘Silva Italiaan is, maar het is niet zo dat alleen een Italiaan dat zou kunnen.”

Jullie werken met een zeer gemêleerd team uit de hele wereld. Duitsers en Italianen samen: krijg je dan heel flamboyante discussies met een onderkoeld sausje?
Ivo: “In de designwereld is de multiculturele samenleving gelukt. Het is een versmelting van allerlei culturen en dat bruist waardoor er goede dingen ontstaan. Je inspireert elkaar. De combi Duitsers en Italianen staan inderdaad garant voor bijzondere discussies. Zolang dat leidt tot creativiteit, is heel erg goed, je voegt iets aan elkaar toe.”

Hoewel de reacties op de R8 overwegend positief zijn, zie ik ook artikelen terug waarin de auto wordt vergeleken met een kerstboom. Te druk, te frivool. Raken dat soort uitspraken jou?
Ivo: “Meteen na Parijs keek ik wel naar de bladen, wat is positief en wat is negatief. Maar je kunt geen groter compliment krijgen dan dat ‘jouw’ auto al een jaar wereldwijd is uitverkocht. In sommige landen moeten kopers al anderhalf jaar wachten. Bovendien: iedereen mag vinden wat hij of zij wil. Sommige zijn zo fan van een ander merk dat Audi er nooit aan zal kunnen tippen. Vrijheid blijheid. Ik vind het wel leuk om daar heel open gesprekken over te voeren. Discussie is goed, het betekent dat de creatie geen grijze muis is maar dat we een statement maken. Positief of negatief is aan de mensen zelf.”

0 Comments on “Interview Ivo van Hulten – Audi

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*