Checklist: met de auto op wintersport

Checklist: met de auto op wintersport
Oostenrijk, Zwitserland als Frankrijk zijn de meest populaire wintersportlanden van de Nederlander en goed met de auto bereikbaar. Rijden in winterse omstandigheden vereist eigenlijk ook extra rijvaardigheidstrainingen die je bijvoorbeeld in Zandvoort kunt volgen. Het is leuk om – op veilig terrein en met een ervaren instructeur naast je – te proeven van slippen en grippen. Je krijgt een idee wat je in geval van nood moet doen en dat kweekt meer zelfvertrouwen. Geen tijd meer om een training te volgen, neem dan in ieder geval deze checklist ter harte als je met je auto op wintersport gaat:

stel-wintersport

 

1. Ga goed voorbereid op pad
Zorg dat je auto een (winter)beurt heeft gehad, neem passende sneeuwkettingen mee en zet ‘m op winterbanden. In Duitsland en ook in de Alpenlanden zijn ze verplicht in deze tijd van het jaar. Winterbanden verbeteren je rijveiligheid doordat ze betere tractie, remvermogen en bestuurbaarheid verzekeren bij vorst, sneeuw, smeltende sneeuw, en vooral bij ijs. Je krijgt dus meer controle over je auto. Sommige mensen gaan als hun auto op winters rubber staat opeens enigszins roekeloos rijden ‘want ik heb toch winterbanden!?’ Dat is uiteraard een domme redenatie. Zorg ook dat je autoverzekering up to date is. (Hier kan eventueel nog een zin met uitleg).

2. Wees je bewust van je eigen beperkingen – en die van anderen
De vele veiligheidssystemen – en het algehele cocongevoel – dat je in moderne auto’s hebt, maken dat je sneller afgeleid bent. Je voelt je veilig en denkt er best even een app’je uit te kunnen sturen, een broodje bal te kunnen eten of half omgedraaid geanimeerde gesprekken te kunnen voeren met je passagiers achterin. Niet handig… Tijdens het rijden tijdens sneeuw, ijzel en hagel is het echt zaak je op de weg en je medeweggebruikers te concentreren en twee handen aan het stuur te houden. Pas je snelheid bovendien aan en houd altijd veilige afstand tussen jou en de auto voor je.

stel-wintersport2

 

3. Anticipeer op remmen
In de winter is het essentieel dat je anticipeert op het remmen door de nodige remafstand in te schatten. Vermijd plots remmen en (te) hard rijden. Voel je dat je in de slip raakt, kijk dan naar het punt waar je heen wilt en blijf daarheen sturen terwijl je de rem hard blijft induwen – zodat de ABS het kan opvangen (en de wielen niet blokkeren). Let er bij het optrekken op dat je dit geleidelijk doet. Volgas vooruit spuiten is – ook om je woede te laten zien – echt een no-no: gevaarlijk!

4. Neem bochten correct
Veel mensen zijn geneigd om bij een bocht naar links eerst een lusje naar rechts te sturen – en omgekeerd. Alsof hun auto – als een vrachtwagen – heel veel ruimte nodig heeft. Dit moet je sowieso vermijden, maar bij gladheid al helemaal. Het maakt namelijk dat je eerder gaat slippen. Bij gladheid snijd je bochten zoveel mogelijk aan in een rechte lijn en sturen (en gas geven) doe je met constante, vloeiende en rustige bewegingen. Verlies je controle over de voorwielen, laat het gas eenvoudig los en duw zo nodig hard op de rem zodat het A(nti)B(lokkeer)S(ysteem) ingrijpt.

stel-wintersport3

5. Neem de tijd
Ga liever ergens overnachten dan dat je in een ruk doorjakkert naar je wintersportadres. Het is gezellig om ook van de reis te genieten en als je een ‘pitstop’ maakt, kom je nog eens ergens waar je anders niet zou komen. Rust tussendoor komt je chauffeurskwaliteiten ten goede. Bovendien kom je uitgeruster op je bestemming aan. En daar is – om de stresslevels laag te houden – absoluut iets voor te zeggen. Geen tijd voor een pitstop, rust dan in ieder geval om de anderhalf uur even en/of zorg voor bijrijders.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*