Audi – Knister Knaster Team

Vorige week verscheen in NRC Handelsblad mijn tekst over Audi’s ‘Knister Knaster Team’. Hier de tekst, voor de liefhebbers:

Bij Audi bestaat al twintig jaar het ‘Knister-Knaster-Team’. Deze geluidsdetectives brengen alle irritante bijgeluiden in nieuwe modellen tot zwijgen. Afdelingshoofd Peithmann alias ‘Het Oor’: “Klanten wensen steeds stillere en kwalitatief betere producten.”

Door Viola Robbemondt ® House of TXT

Klapperende handschoenvakjes, tegen elkaar knerpende kunststofdelen, rammelende elementen in het instrumentarium of krakend zitmeubilair. Het zijn allemaal akoestische kwelgeesten die een bestuurder tot waanzin kunnen drijven en die niet passen bij een nobel merk. Eckhard Peithmann is hoofd van het zogenaamde ‘Knister-Knaster-Team’ van Audi in Ingolstadt. Hij en zijn ‘orenteam’ doen er alles aan om klanten een zo sereen mogelijke rijervaring te bieden. Het team bestaat – afhankelijk van de te klaren klus – uit twee tot negen mensen en is al twintig jaar actief. Volledige stilte in de auto is nog steeds niet gemakkelijk te bereiken. Peithmann: “Er zijn straten die geluiden eerder uitlokken, zoals de kinderhoofdjes in België. Voorts is er de kwestie van temperatuurverschillen: een auto is stiller in een vochtig dan in een droog klimaat. Ook de leeftijd van de auto speelt mee: heeft zich tijdens het gebruik al iets losgeschud?”

In de loop der jaren hebben de ‘Knister Knaster’-specialisten een dikke catalogus samengesteld waarin vele geluidsbronnen staan beschreven. Het helpt de Audi-ingenieurs bij de ontwikkeling van nieuwe modellen. Men weet hiermee welke materialen beter niet met elkaar te combineren zijn, of welke constructies bekend staan als geluidsongunstig. Maar lang niet alle geluiden zijn in eerste instantie te voorkomen. Peithmann: “Vervelende bijgeluiden ontstaan als twee soorten materiaal ‘elkaar niet aardig vinden’, ongunstig geplaatst zijn of tegen elkaar wrijven. Er zijn dan twee mogelijkheden. Of we isoleren het geluid of we kiezen voor een ander materiaal.” In het eerste geval kan men de materialen insmeren met een speciale lak. Ook wordt er gebruik gemaakt van textiel of kunststof met een vlokkig oppervlak – met kleine textielhaartjes – waardoor geluiden geëlimineerd worden. Nog een mogelijkheid is om ruimte tussen de knerpende delen te scheppen. Peithmann: “Want lucht knerpt of kraakt tenslotte niet.”

In eerste instantie stort het ‘Knister-Knaster-Team’ zich op het tot zwijgen brengen van harde geluiden. Daarna komen de kleinere rammels en kraakjes pas naar voren. Zodoende graaft men, met gebruikmaking van een schaalsysteem waarbij 10 voor stilte en 1 voor het hardste geluid staat, steeds dieper in het materiaal. Permanente geluiden kan men relatief gemakkelijk de kop indrukken. Moeilijker wordt het als de herrie alleen bij bepaalde temperaturen optreedt, of pas vanaf een bepaald aantal kilometers. Dan helpt alleen nog het uitsluitselprincipe: één voor één worden allerlei delen verwijderd, net zolang tot de oorzaak gevonden is. De grootste uitdaging van de teamleden is dan ook het bewaren van concentratie en geduld. Gaat het om een volledig nieuw model, dan duurt het vaak ruim een jaar voordat alle akoestische kwelgeesten verdreven zijn. Peithmann: “Niet iedereen is voor dit werk in de wieg gelegd.

Het gaat bij ons niet alleen om een uitzonderlijk goed gehoor, maar meer om ervaring, fijngevoeligheid en vooral om geduld. Sommige geluiden hoor je pas na de twintigste keer. En sommige geluiden voél je eerder dan dat je ze hoort. Het zijn zeer intensieve klussen. Nieuwe teamleden werken we dan ook langzaam in. Toch gaan ze de eerste weken ’s avonds kapot naar huis.”
Lid zijn van het ‘Knister-Knaster-Team’ vergt ook enige lenigheid. Om geluiden op te sporen moet men regelmatig de vreemdste houdingen aannemen. Een uur lang ondersteboven hangen met ’t hoofd onder een dashboardkastje met de voeten over de hoofdsteun gedrapeerd, bijvoorbeeld. Of bij min twintig in de kofferbak liggen terwijl er over klinkers wordt gereden. Het behoort allemaal tot de taakomschrijving van een ‘Knister-Knaster’-teamlid. Omdat niets boven de menselijke ervaring gaat, gebruikt men alleen voor geluiden op bijzonder ontoegankelijke plaatsen over speciale microfoons die geluidsgolven optekenen. En men hanteert een zogenaamde hydropuls-installatie. Peithmann: “Die ziet eruit als vier grote stempels waar de wielen van de auto op passen. Iedere ‘stempel’ kan onafhankelijk van de ander omhoog en omlaag en op die manier kunnen we de auto een beetje ‘verwringen’ om rijden op slecht wegdek te imiteren.” 

  
Toch leveren vooral de praktijktesten nuttige informatie op. Hinderlijke bijgeluiden worden er letterlijk uit gereden. Om de vier tot zes weken zoekt het team daartoe de meest extreme gebieden op. Van noordelijk Scandinavië tot woestijngebieden in Noord Afrika: men werkt bij temperaturen die variëren van min veertig tot plus veertig. Bij extreme kou verliezen kunststoffen hun elasticiteit en laten dan van zich horen. Bij warmte zetten materialen uit waardoor ook weer wrijving kan ontstaan. De ervaring leert dat een auto het stilst is bij een vochtig klimaat. Materialen nemen in meer of mindere mate vocht op, dat als smeerstof fungeert. In gebieden als Florida of zuidoost Azië is een auto daarom het stilst. Maar ook in landen waar het veel regent, zoals bij ons of in het Verenigd Koninkrijk zijn auto’s relatief kraakvrij.
Alle inspanningen ten spijt, soms is de auto op zich helemaal niet de veroorzaker van het irritante bijgeluid. Peithmann: “Er kwam laatst een volkomen gefrustreerde klant bij ons die zich al maanden groen en geel ergerde aan een rammel in zijn auto. Hij was al bij verschillende werkplaatsen geweest, maar zij konden de herkomst van het geluid niet traceren. Tijdens onze testen hoorden we de rammel ook. Metaal op metaal… Na enig zoeken zagen we tot onze grote hilariteit dat deze man een kettinkje met een Christoffelkruis – de beschermheer van de automobilist – aan zijn binnenspiegel had hangen. Toen we dat weghaalden was het sereen stil in zijn Audi.”

Zelf rammeldetective spelen?
Bij nare bijgeluiden in de auto is het allereerst zaak om de plaats van herkomst te lokaliseren. Vervolgens zijn bij autospeciaalzaken diverse smeermiddelen – vaak op siliconenbasis – te koop om het probleem op te lossen. Als leer op leer knarst kan dit – volgens Peithmann – zelfs opgelost worden met wat handcrème.
In Groot Britannië bestaat zoiets als een ‘rattle buster’. Met deze cd-kit kan men zelf met behulp van de audio-installatie in de auto rijvibraties simuleren. Op de cd’s staat een zogenaamde ‘ToneEngine’, specifieke reeksen van geluidsfrequenties en tonen. Iedere toon is – volgens de makers – uitvoerig getest en speciaal geselecteerd op vibratie-genererende karakteristieken. Je kunt de sterkte van de vibratie zelf controleren door bediening van de volume-, bas- en fade-knoppen op de stereo-installatie. Hierdoor kan men de irritante bijgeluiden zelf veroorzaken, opsporen en oplossen. Kijk op deze site voor meer info.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*