Land Rover Freelander


Vandaag ben ik ‘n dagje in Londen om over de design-toekomst van Land Rover te horen. (En lunchen bij Gordon Ramsay, ai…) Zoals je wellicht bekend is staat het merk, samen met Jaguar, in de Ford-etalage. Wie biedt? Ben benieuwd wie het merk uiteindelijk adopteert. En: hoe de nieuwe designtaal klinkt.

In het kader van ‘Lekker lezen op de maandagochtend’ hier het artikel dat ik schreef naar aanleiding van een rijtest met de nieuwe Freelander:

 Tijdens de laatste honderd meter van mijn hardloopparcours ren ik de Egmondse boulevard op en ontwaar een stationair draaiende Freelander 1 naast ‘mijn’ geparkeerde Freelander 2. De bestuurder – veertiger gehuld in sportief ‘The North Face’ jack – is uitgestapt, waant zich onbespied en loopt keurend rond de nieuwe. Met zijn hand beschermend boven zijn ogen tuurt hij vervolgens uitgebreid het interieur in en als ik vlak achter hem zeg: ‘Mooi hè?’ schrikt hij zich een ongeluk. Waarop hij mijn vraag alsnog met een lach beantwoord: ‘Ja, hij is lekker dik geworden’.

Dat is ook meteen het eerste wat opvalt aan deze SUV: hij oogt als een echte Land Rover. Hij erfde niet alleen de stijlkenmerken van zijn bloedbroeders, maar is ook vanwege zijn proporties onmiddellijk herkenbaar als een Land Rover: als uit één brok graniet gehouwen. De wielen staan veel meer op de uithoeken van de wagen en daardoor is er nog nauwelijks overhang. De hoeken zijn, net als bij de Range Rover en de Disco netjes afgerond en ook het koplampdesign werd van die laatste overgenomen. De bewonderaar in Egmond voegt er, na het bestuderen van de luchthappers op zijn flanken en het interieur nog een statement aan toe waarmee ik het volkomen eens ben: “Hij heeft zelfs Range Rover allure. Net of die grote in de was een maatje is gekrompen.” Ook met het minuscule minpuntje dat de kritische Egmonder opgeeft ben ik het eens. We missen het reservewiel dat voorheen op de achterdeur zat gemonteerd een beetje. Het kreeg nu een plekje onder de laadvloer en de klep scharniert nu omhoog in plaats van als een deur opzij. Jammer, want de Freelander oogt nu van achteren een tikkeltje anoniem.
Het is wel duidelijk: de kleinste telg uit de Land Rover-familie oogst bekijks en dat doet hij niet alleen in een landelijke omgeving. Om zijn hipfactor te bepalen en zijn praktische nut te testen neem ik ‘m mee tijdens mijn normale klusjes en dagelijkse bezigheden. Hoe wordt er op hem gereageerd in populaire kringen? En hoe presteert hij in huis, tuin en keukengebruik? De eerste stop is de krappe parkeergarage bij het Confectiecentrum, aan de rand van Amsterdam waar ik heb afgesproken met een collega. Krijg ik deze nieuwe held er zonder ‘schaafwonden’ in of wordt dat zeuren? Als ik onder het hoogtebordje doorrijd, is het even slikken. Mijn eigen coupé ligt een stuk lager; ga ik hier ongewild zijn kruintje scheren? Deze nieuwe groeide tenslotte met drie centimeter in hoogte, vijf in lengte en elf centimeter in breedte ten opzichte van zijn voorganger. Met deze info in mijn achterhoofd, trek ik onbewust mijn hoofd een beetje in op de bestuurdersstoel… en moet om mezelf lachen. Uiteindelijk past de Freelander er natuurlijk ruimschoots onderdoor. Nu is het een kwestie van rondjes omhoog rijden, maar na de eerste twee cirkels staat het zweet me in de handpalmen. Dat ligt niet aan de wagen, maar aan mij. Door de hoge zit kan ik de lage, verraderlijke reling rechtsachter niet zien. Ik moet hier op mijn spiegels rijden en laat dat nou net niet mijn sterkste punt zijn… Als ik later op de middag weer naar beneden cirkel, ben ik al meer vriendjes met de omvang van deze vrije geest, die uiteindelijk juist zeer agiel en compact aanvoelt.        
Mijn volgende bestemming is de Macro in het Beverwijkse.

Ik draai de snelweg op en omdat de meeste Freelanders hun leven op het asfalt zullen slijten ben ik benieuwd of het hier ook lekker toeren is in deze Engelse Amerikaan. Het antwoord is een volmondig ‘ja’. Ik heb voor deze gelegenheid de 2.2 liter viercilinder dieselaar bij me met 160 paarden onder de kap die hun krachten behoorlijk stil en soepel tentoon spreiden. Deze motor ligt ook in de Ford Mondeo en de Jaguar X-type. Ook de combi met de handgeschakelde zesbak is prima in orde: bij het schakelen krijg ik eerder een verfijnd GT-gevoel dan ruige vrachtwagen-associaties. Puntje van kritiek: onder de 2000 toeren daalt zijn energie naar een lager peil. Net of hij al op stoppen anticipeert. Hier moet je hem dus een beetje op toeren houden en eigenlijk een versnelling lager rijden dan je zou denken. Ook de besturing is licht, die had ik zelf graag ietsje meer in mijn handen willen voelen. Als benzinevariant is er voor de Freelander ook de 3,2-liter zescilinder beschikbaar die onlangs voor het eerst in de Volvo S80 is gepresenteerd. Deze is er standaard met een zestrapsautomaat. Overigens is ook de diesel vanaf dit voorjaar te bestellen met deze automaat.
Als ik met een volledig bepakt en bezakte shop-kar de Macro uitkom, blijkt de Freelander toch wat vrachtwagentrekjes te hebben. In positieve zin dan, want mijn jaarlijkse voorraad kopie-papier en andere kantoorreut past met het grootste gemak in de opengesperde muil van de achterbak. Deze kofferbak is dan ook het deel waar dit model het meest gegroeid is. Je kunt er, met behoud van de vijf zitplaaten 755 liter bagage in kwijt. Klap je de achterbank neer, dan is er zelfs 1670 liter beschikbaar. Ook de tildrempel krijgt een oké-vinkje op het rapport: je hoeft geen nare, hoge randen over en kunt je inkopen discreet bedekken met een uitrolbaar zeil dat je gemakkelijk vasthaakt. Ook de feestjurk die ik vanavond ga dragen en de flessen wijn die ik even later insla bij wijnhandel Beauvin op de Alkmaarse Gedempte Nieuwesloot verdwijnen eronder.
‘All work and no play’ is niets voor een Land Rover en dus is het tijd voor wat offroad-actie. Hoewel de Freelander geen lage gearing heeft, kan hij erg goed uit de banden in mul zand, modder of op rotsen. Hij wordt permanent vierwiel aangedreven en is in bezit van de praktische ‘Terrain Response Control’ knop die ik al uit de Range Rover kende. Het strand op dus! De slagboom bij het Egmondse strand is dicht, maar gelukkig zijn de beheerders in de buurt om ‘m na enig gepraat, speciaal voor Autovisie, te openen. Zij willen de Freelander ook wel even over het strand zien crossen. Wel betwijfelen de heren mijn offroad-capaciteiten en vertellen me enigszins bezorgd dat ik in het mulle zand vooral rustig gas moet blijven geven. Ik wapper maar weer eens met mijn wimpers en knik gedwee waarna ik de toverknop bedien. Deze kent vier standen en ik kies uiteraard voor de ‘zand’-instelling. Weten die mannen veel dat een kind hiermee de spreekwoordelijke was kan doen… Met deze Terrain Response Control-knop kun je ook nog kiezen uit gras/grind/sneeuw, modder/geulen, en normaal. Het zijn vier elektronisch geregelde programma’s die samenwerken met de DSC (Dynamic Stability Control), de elektronische tractiecontrole, het ABS en Hill Decent Control (HDC). Dat laatste is een Land Rover specialiteit, waardoor tijdens steile afdalingen de snelheid automatisch wordt beperkt via het ABS. Op die manier heb je ook op gladde hellingen meer controle over de wagen en dat geeft een waar rots-in-de-branding gevoel.
De Land Rover, door mij hier eventjes omgedoopt tot Sand Rover, ploegt vervolgens heel zelfverzekerd door het mulle zand. De nieuwe Freelander heeft ruim 20 centimeter bodemvrijheid en maarliefst 50 centimeter waaddiepte. Ik kan er dus mee de branding doorsjeesen. Door het ruige weer en de hoge golven houd ik het bij pierebadjes waar de Freelander 2 zich ook op hogere snelheden krachtig doorheen slaat. Complimenten ook voor de ‘standaard’ banden die heel lang hun grip houden als ik ze met aquaplaning-situaties confronteer. Voor dit soort offroad-trucs lijkt mij overigens de automaat nog lekkerder; kun je je volledig op de beleving in de natuur concentreren.

Tijdens een kop koffie bij manege Poelenburg in Schoorl word ik aangesproken door een amazone die na een buitenrit net van haar paard stapt. Ze vind de Freelander mooi ‘strak’ en vraagt of ze er ook een paardentrailer achter kan hangen. Yep, laat een trekhaak monteren en hij kan een geremde sleep van max. 2000 kg voorttrekken. Genoeg om wel twee ‘Souvenirs’; de naam van haar prachtige volbloed, mee te vervoeren. Ik merk dat SUV’s behoorlijk populair zijn bij paardenmensen: het halve parkeerterrein staat ermee vol en het merk Land Rover is hier goed vertegenwoordigd.
Ook in de file valt het op hoeveel SUV’s Nederland inmiddels rijk is. Nadeeltje: rijders van ‘gewone’ wagens laten grotere broeders er bij het invoegen bepaald niet automatisch tussen. Je moet wat vaker je charmes in de strijd gooien, glimlachen en gebarend vragen of je ertussen mag.

Ondertussen verveelt ook het innerlijk van de Freelander 2 niet. Hij heeft veel luxe trekjes. Zijn brede middenconsole en massief en krachtig ogende dashboard neigen nadrukkelijk naar de Range Rover. En hoewel ik ruim zit voelt het achter het stuur knus en huiselijk. Het komt waarschijnlijk omdat er licht in overvloed is, want ‘onze’ Freelander heeft een panoramadak. Het voorste deel is elektrisch bedienbaar en is ook nog is uitgerust met een soort windvangertje waardoor je geen last hebt van onaangename suis-geluiden en tocht tijdens het rijden. Wel apart vind ik de enigszins smalle armleuningen waarmee de voorste stoelen zijn uitgerust. Hij zit mij bij het schakelen een beetje in de weg, dus klap ik ‘m omhoog. Handig dat ze op beide stoelen zitten, hoef je niet met je bijrijder te ruziën over de stand. Je start de Freelander door de ‘sleutel’ in een sleuf te duwen waarna je de startknop bedient. Voor mensen die interessant willen doen is dat wellicht geweldig, ik vind het gruwelijk. Je hebt óf een startknop en keyless entry óf je hebt een sleutel. Punt uit.
’s Avonds doet ‘onze’ Freelander 2 dienst als veredelde taxi en haal ik twee vriendinnen en een vriend op. We gaan naar een nieuwjaarsreceptie en ziedaar: de twee dames kunnen in- en uitstappen zonder zich in genante posities te hoeven manoeuvreren. En zitten, ondanks lange benen, dito rokken en hoge hakken, riant achterin. Meneer bestudeert alle knoppen voorin: er zitten er lekker veel dus da’s een walhalla voor mannen, zo meent hij. De dames informeren, hoe stereotiep, naar de veiligheidsuitrusting. Ik riedel het rijtje af: er zijn zeven airbags – inclusief gordijnairbags – een koprolbescherming en een beperking van de schommelbewegingen. Waarna ze tevreden rondkijken (“Ziet er luxe uit”), me interviewen over mijn inparkeer-ervaringen (“Oh, dus het valt reuze mee in parkeergarages?”) en ervaringen uitwisselen over het plaatsen van Maxicosi’s in SUV’s (“Fantastisch, want je hoeft er niet voor te bukken”) waarna ze als twee tevreden prima donna’s wegzakken in het leder.
Ondertussen ben ik blij met het navigatiesysteem dat feilloos werkt zonder dat ik er gebruiksaanwijzingen van formaat telefoonboek op na hoef te slaan. Het heeft een groot bemeten aanraakscherm en de bijbehorende DVD beslaat heel Europa. We kunnen zo door naar Parijs! Uiteraard wordt ook het audiosysteem door ons feestgangers getest. Je kunt hier optioneel ook een iPod- of andere muziekspelerkoppeling bij bestellen. We hebben het neusje van de zalm; het Dolby ProLogic 7.1 systeem met 13 speakers, subwoofer en 12 x 40 Watt versterking. En dus klinkt het alsof Bono en de leden van U2 bij ons aan boord zitten om New Years Day te zingen. We zijn het helemaal eens: volgens ons wordt dit hét jaar voor de nieuwe Freelander 2.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*