Interview: Bleekemolen x 3

Interview: Bleekemolen x 3 Voor de Speed Special van Autovisie maakte ik onlangs een interview met de mannen van Bleekemolen: Michael, Sebastiaan en Jeroen. Heb je het gemist? Hier de tekst, veel leesplezier:

c-Bleekemolens2 (foto: Eric van Vuuren)

Wat waren jouw ambities voor je zoons, Michael?
Michael: “Ik heb nooit gedacht: ‘Daar zullen we eens een paar nieuwe Jacky Stewarts van maken’. Pas toen ze gingen karten, keek ik of er wat talent in zat.”
Wanneer zag je dat voor het eerst?
Michael: “Nou, dat was vorig jaar…. (lacht). Toen Sebastiaan een jaar of vijf was, zag ik dat hij gevoel voor balans heeft. Als ik hem op de ski’s zette, of in een kartje dan ging dat meteen redelijk. Het heeft met motoriek, alertheid en een bepaalde handigheid te maken. Het is DNA, denk ik, je kunt dat niet echt aanleren. Daarbij: ze gingen ook altijd al mee naar de circuits als ik moest racen, dus logisch dat er een racevonk op hen is overgeslagen.”
Wílden jullie ook altijd mee?
Sebastiaan: “Absoluut. Het circuit is heel leuk voor jonge jongens, één groot speelparadijs. Er stonden altijd een hele hoop gemotoriseerde voertuigen die je gewoon kon pakken, scooters, quads, motortjes. Tegenwoordig moet je zestien zijn voordat je erop mag, maar toen… Een groot feest, veel leuker dan naar school gaan natuurlijk. Jeroen en ik zaten op dezelfde school en we kregen altijd heel gemakkelijk vrij om met pa mee te kunnen.”
Jeroen: “Ja, tijdens Grand Prix gingen we al alleen naar de tribunes en liepen rond in de pitsstraten.”
Michael: “Ik weet nog dat ik in het voorprogramma van een Grand Prix in Oostenrijk reed – dat was in 1986-1987 – en dan liep Sebastiaan daar gewoon zelfstandig rond. Ik word nu al benauwd als ik mijn kleinkinderen ergens een minuut niet zie. Het idee dat er iets gebeurd. We waren in die tijd gewoon gemakkelijker, misschien komt het ook omdat de tijden nu anders zijn. We gingen wel eens naar de Bijenkorf en dan zei ik tegen ze: ‘Gaan jullie maar naar de speelgoedafdeling’. Dan stonden ze met hun drie en zes jaar een uur op die afdeling alles te vernielen en wij liepen een etage hoger of lager te shoppen. Ik moet er niet meer aan denken bij al die narigheid die je in de kranten leest.”

Fam Bleekemolen1

Wat is er zo geweldig aan racen?
Jeroen: “Moeilijk te benoemen. Ik ben er natuurlijk in opgegroeid, dus het is het hele plaatje. Ik stond vroeger al langs die baan te kijken dan zit dat al helemaal in je hoofd. Je groeit erin, en als je dan uiteindelijk zelf mag racen wordt het steeds leuker en leuker. Het heeft met het verleggen van grenzen te maken.”
Sebastiaan: “Voor mij is rijden haast ondergeschikt aan competitie. Ik loop niet warm voor zomaar een rondje op het circuit, maar een mooie wedstrijd, ja! Ik moet competitie hebben, dan kan ik er pas van genieten.”
Michael: “Ja, dat heb ik ook. Ik moet tegen anderen kunnen rijden.”
Jeroen: “Een dag testen is natuurlijk weer anders, dan ben je met je team heel close aan het samenwerken om die auto nog beter en sneller te maken. Dat is leerzaam en leuk en daar heb je voordeel van tijdens de volgende race.”
Missen jullie het racen als je een tijdje geen wedstrijden hebt?
Jeroen: “Ja, ik wel. Ik heb nu bijna het hele jaar door races gehad, achter elkaar elk weekend. Nu heb ik al twee weekenden geen race gehad en dan word ik helemaal nerveus. Dan zit ik te kijken: ‘Daar was nog een race die ik had kunnen rijden, en daar en daar…’ Dat lijken dan gemiste kansen. Maarja, je kunt ook niet iedere week een wedstrijd hebben.”
Michael: “Ik zit nu natuurlijk wel op een punt dat ik een keer moet stoppen met al die onzin. (lacht).  Ik ben al veertig, eenenveertig jaar aan het racen en heb daarvoor al vier jaar gekart. Dus het is inmiddels een spel wat ik aardig veel gespeeld heb. Soms denk ik: ‘Hè, lekker, even niet.’ We zijn altijd al onderweg, een weekendje thuis is ook lekker. Maar ik durf eigenlijk niet te stoppen. Ik kan me niet vermaken op zo’n circuit als ik niet hoef te racen. Rijders genoeg in ons team, dus ik kan veel doen met supporten op allerlei gebieden. Maar dat is toch niet helemaal waar mijn passie ligt. Ik wil echt nog meedoen.”
Ach jee, wat moet dat worden straks?
Michael: “Ach, je kunt met de rollator ook aardige snelheden halen hoor ik…” (lacht)

Michael Bleekemolen

Gaf jij Sebastiaan en Jeroen vroeger les?
Michael: “Nee, ik ben absoluut niet zo’n vader zoals die we regelmatig op de kartbaan tegen komen. Die het allemaal beter weten. Dat werkt gewoon niet naar die kinderen toe. Met een beetje gezond verstand in combinatie met talent kom je er zelf ook wel. Maar het is natuurlijk wel zo dat Sebastiaan en Jeroen van jongs af aan allerlei gesprekken hebben opgevangen. Ook al gaat het onbewust, ze steken daar toch veel van op. Dus dat heeft ze wel geholpen. En de karts en auto’s stonden bij ons natuurlijk met het sleuteltje erin klaar… Tja, we zijn niet de familie Doorsnee.”
Van wie heb jij het racebloed eigenlijk, Michael?
Michael: “Niet van mijn vader, die had niets met racen. Ik weet wel dat ik in ’55 of ’56 eens met hem op het circuit ben geweest. Hij werkte op de beurs en ging daar netwerken. Zandvoort was ‘the place to be’. Maar ik raakte pas echt besmet op de lagere school, toen ik met vriendjes heel vaak naar het circuit ging. Het imponeerde me ontzettend en toen ik een jaar of elf, twaalf was dacht ik al:  ‘Dat wil ik later gaan doen.'”
Hoe blijven jullie in shape?
Sebastiaan: “Na mijn dertigste ben ik intensief gaan trainen – sportschool, hardlopen – en ik moet eerlijk zeggen dat ik daardoor meer plezier in het racen heb gekregen. Laatst heb ik de halve marathon gelopen en toen was ik 167ste van de 1200 deelnemers, dus dat vind ik dan leuk, ook weer die competitie. Ik rijd al een paar jaar – met tussenpozen – die Porsche Super Cup en dit jaar ging het veruit het gemakkelijkst. Misschien komt dat ook omdat ik meer ervaring heb gekregen, maar ook omdat ik meer energie heb.”
Jeroen: “Ik heb altijd heel veel getraind. Ik kwam vrij snel op een tamelijk hoog niveau terecht en dan krijg je goede begeleiding en ik leef er helemaal naar. Ik ben dagelijks met fitheid bezig. De laatste jaren sport ik wel minder, maar ik race nu ook veel meer dan is dat automatisch training. Tijdens lange afstandraces zit ik drie, vier uur achter het stuur. Tijdens de 24 Uur van Le Mans wel zo’n tien uur. Daarna ben ik wel gesloopt. Dus ik merk wel dat ik in de tussenliggende dagen meer moet rusten. Al dat reizen vergt ook heel wat, met jetlags enzo.”
Sebastiaan: “Ik heb laatst voor het eerst eens een hartslagmeter gedragen tijdens een sprintrace op Monza, wat eigenlijk helemaal geen spannend circuit is: slechts zeven bochten. Ik eindigde toen met een hartslag van 204. Terwijl je stil zit! Dat heb ik tijdens het hardlopen nog nooit gehaald. Dan merk je pas hoe uitgeput je lichaam er eigenlijk van raakt.”
Michael: “Ik kom er eigenlijk altijd goed doorheen, terwijl ik helemaal geen superconditie heb. Door de ervaring kan ik heel lang op een bepaald tempo doorrijden. En ik ben altijd wel een beetje aan het hardlopen en zwemmen. Ik word er geen wereldkampioen mee, maar ik blijf wel stabiel.”

Jeroen Bleekemolen
Vertel eens over jullie sterke en zwakke punten?
Michael: “Jeroen ligt sowieso op ons voor. Hij had, tot voor kort tenminste, ook niets anders aan zijn hoofd dan racen. Nu met Max verandert dat misschien. Sebastiaan en ik runnen ook nog allerlei bedrijven en dat is toch een psychische belasting. Ondernemen houdt je altijd bezig, de hele dag telefoon, Ipads en laptops om ons heen. Dus het is voor Sebastiaan moeilijker om kampioen te worden.”
Sebastiaan: “Plus: als je eenmaal op een bepaald niveau rijdt, zit je qua rondetijden heel dicht bij elkaar. Jeroen remt misschien net vijf meter later, trekt iets eerder op. Of zit net in een andere versnelling. Dan praat je over tienden van seconden. Ik ben best goed in remmen qua timing, maar als je naar de remdruk kijkt, zit er vaak – omdat je ook tussengas moet geven – teveel verschil in. Je doet met je voet twee dingen tegelijk en dan varieert die druk teveel. Als ik daaraan werk, zou ik nog beter kunnen worden. Toch denk ik dat er ook heel veel vanuit je natuur komt. Je kunt wel veel dingen aanleren, en verbeteren, maar er blijven bepaalde bochten waar ik tiende van seconden verlies op Jeroen. Je hebt gewoon vanuit jezelf een bepaalde voorkeur van waaruit je bochtencombinaties neemt. Dat is heel moeilijk te veranderen.”
Wie wint er als jullie tegen elkaar rijden?
Sebastiaan: “Jeroen. Die heeft dit jaar het meest gewonnen.”
Michael: “En ik ben de verliezer… Als ik in dezelfde superklasse rijdt, ligt het tijdsverschil tussen mij en Jeroen tussen de 1.2 tot 1.8 seconden. Maar vergeleken met leeftijdsgenoten kan ik het nog aardig. Jan Lammers houdt me wel bij, en Arie Luyendijk. Of Klaus Ludwig… Maar het is een feit: je wordt langzamer naarmate je ouder wordt.”
Jeroen, jij bent nu ook vader. Wat droom jij voor racedromen voor Max?
Jeroen: “Ik vond het heel leuk dat ik een zoon kreeg, maar niet vanuit de gedachte dat hij ook moet gaan racen. Wel gun ik hem hetzelfde soort jeugdherinneringen als die ik had. Ik zou het prachtig vinden als ik hem dat over een jaar of vier, vijf kan meegeven. En als Max zelf ooit wil beginnen met karten zal ik hem niet tegenhouden.”

Sebastiaan Bleekemolen

Sebastiaan, zie jij al iets van auto-interesse in jouw dochters?
Sebastiaan: “Mwah, qua balans moet ik nog even kijken wat het wordt bij Myrthe. Maar ik zie wel dat ze technische dingen snel oppikt. Ze heeft nu bijvoorbeeld een gameboy, is goed in behendigheidsspelletjes.”
Michael: “Ik heb die link tussen vrouwen en racen nooit zo gezien…”
Jeroen: “Nee, er zitten momenteel geen kampioenen bij. Misschien komt het nog hoor, want steeds meer vrouwen gaan racen. Ik ben de teamgenoot geweest van Vanina Ickx en ze is niet slecht hoor, maar ze springt er vooral uit omdat ze een meisje is en door haar achternaam waardoor ze altijd wel een goed stoeltje krijgt.”
Sebastiaan: “Laten we eerlijk zijn: er zijn natuurlijk ook niet zoveel sporten waarbij vrouwen tegen mannen moeten strijden. Ja, korfbal… Maar bij Robin zie ik wel al, hoe jong ze ook is, dat er een goede balans in zit. Als ze zou willen racen kan onze achternaam wellicht een beetje helpen, en bijdragen aan succes en het vinden van sponsors.”
Michael: “Ik heb in mijn voortuin een kindercircuitje aangelegd en Myrthe rijdt al in de trapauto en de elektrische auto die ik speciaal daarvoor heb gekocht.”

c-Bleekemolens1(foto: Eric van Vuuren)

Jullie geven ook jaarlijks ‘kinderrijles’. Vertel eens?
Sebastiaan: “Ja, wij vinden het belachelijk dat je in Nederland pas op je 18de achter het stuur mag. Hoe eerder een kind vertrouwd raakt met de auto, hoe beter. Wij helpen kinderen vanaf negen jaar – en een minimumlengte – hiermee op weg op een afgesloten terrein waar je geen tegenliggers hebt, en we rijden niet harder dan 60 km/h zodat ze zich puur kunnen concentreren op het sturen en gas geven. Toen we hiermee begonnen kregen we meteen weerstand en commentaar, zo van: ‘Dat is levensgevaarlijk want dan gaan kinderen stiekem zelf in hun ouders auto aan de gang.’  Maar dat geloven wij niet. ”
Jeroen: “Als je het enthousiasme ziet van die kinderen en die ouders, dat is ongelofelijk. En je denkt dat er allemaal vaders met zoontjes komen, maar dat is niet zo. Het is echt 50-50. Ook meiden van een jaar of 15, 16 die over een tijdje met rijles mogen beginnen die alvast van het rijgevoel kunnen proeven.”
Dus jullie zijn buiten de familiegrenzen ook anderen ook aan het besmetten met het racevirus?
Sebastiaan: “Nou, het rijvaardigheidsniveau is in Nederland erg laag. Buitenlanders zijn vaak aanzienlijk beter. We hebben hier natuurlijk ook veel files, geen bergen, scherpe bochten worden al van kilometersver aangegeven… Dus je wordt ook niet gestimuleerd om beter te gaan rijden.”
Michael: “Aan het halen van je rijbewijs komt geen enkele wagenbeheersing aan te pas. Soms komen er tijdens rijvaardigheidstrainingen mensen naar me toe en zeggen: ‘Mijn auto is stuk’. Die hebben dan voor het eerst een keer hard geremd en zijn de ABS tegen gekomen… Dat is toch beneden alle peil… Rijvaardigheidstraining zou een verplicht onderdeel van het examen moeten zijn. En ik vind het mooi dat wij iets kunnen doen om dat te verbeteren. ”

Voor wie ze niet kent, even voorstellen:

Michael Bleekemolen (61) De ‘Bleek’ debuteerde ruim veertig jaar geleden in de kartsport en won door de jaren heen vele kampioenschappen in verschillende raceklassen tot aan de Formule 1 toe. In 1993 introduceerde hij indoor karting op het Europese vasteland en geeft autosportliefhebbers de kans om op Circuit Park Zandvoort spectaculaire sport- en formulewagens te besturen. Michael reed dit jaar onder andere met een Porsche GT3 R in het Duitse GT Masters kampioenschap en doet op nationaal niveau mee in de Renault Clio Cup.
Michael is 39 jaar getrouwd met Loes en woont al sinds jaar en dag in Villa Bleek in Aerdenhout.

Sebastiaan Bleekemolen (32) keerde in 2010 terug in de Porsche Supercup en kwam net als in 2009 uit in het Dutch GT4 kampioenschap met een BMW M3. Sebastiaan is niet alleen coureur binnen Aevitae Bleekemolen Racing, maar samen met zijn vader ook teameigenaar en directeur van de drie  Race Planet-vestigingen. In de afgelopen jaren was hij ook actief in de Renault Clio Cup, het FIA GT World Championship, de Porsche GT3 Cup Challenge Nederland en hij werd net als Michael en Jeroen Nederlands en Benelux Kampioen in de Formule Ford.
Sebastiaan is vader van twee dochters Myrthe (4) en Robin (10 maanden) en de partner van Marjolein.

Jeroen Bleekemolen (29) werd in zijn debuutjaar in de autosport in 1998 meteen kampioen in de Formule Ford. Hij werd vicewereldkampioen in het FIA GT en is nog steeds jongste racewinnaar ooit in deze klasse. Highlights zijn: het winnen van de Porsche Supercup titel in 2008 en 2009. Jeroen rijdt alle grote 24-uurs races zoals die van Le Mans, Dubai, Spa, Daytona, Zolder en de Nürburgring. In 2008 wint hij in Le Mans. In 2010 werd hij kampioen in de American Le Mans Series. Daarnaast kwam hij uit als fabriekscoureur in de DTM en voor Nederland in de A1GP, waar hij diverse races won.
Jeroen en zijn vriendin Nathalie werden onlangs vader en moeder van kleine Max.

0 Comments on “Interview: Bleekemolen x 3

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*