Gastcolumn: Gaby Uljee

In Autovisie verschijnt – met mijn medewerking – in ieder nummer een Vrouwencolumn, onder de naam Haarscherp. Heb je hem gemist? Hier de bijdrage van Gaby Uljee:

“Enkele weken terug, bij de start van het nieuwe raceseizoen reed ik voor het eerst in onze nieuwe BMW 123 d voor de toerwagen diesel cup. In de pits konden mijn goed getrainde oren niet vaststellen of de motor daadwerkelijk liep. Alleen het digitale display voor me bevestigde dat er toeren werden gemaakt.
Racen, dat had toch altijd te maken met ‘ronken’?
Niet dus! De tijden van gillende twaalfcilinders, roffelende V-achten en aan open kelken sleurende vierpitters zijn voorbij, de bolides snellen tegenwoordig vrijwel geluidloos uit de pits. Zelfs de 24-uurs race van Le Mans – toch altijd een fanfare van ver in de ziel doordringende herrie – wordt voortaan aangevoerd door razendsnelle diesels die alleen nog het geluid van natte winden produceren. Het publiek schijnt daar nogal over te morren, want waar zijn de tijden gebleven waarbij er al een Tsunami van decibels over je heen spoelde, lang voordat de monsters in beeld kwamen?
Straks als de stille diesel eventueel ook nog wordt vervangen door elektrische racers met hun accu’s kan zo’n evenement zonder risico in een stiltegebied plaats vinden. De natuur zal er nog steeds niet blij van worden. Ik zie het al levendig voor me dat de fauna, bij afwezigheid van geluidsprikkels, rustig op de tracks gaat zitten broeden en bronsten. In die toekomst is een onderhoudend gesprek vlak langs de grid in Zandvoort, desnoods met een poliep op de stembanden, mogelijk. We krijgen van de in volle vaart langsrazende ‘melkkarren’ nog wel beeld, maar geen geluid…
Leuk is het wel voor circuitdirecties en de omliggende gemeenten. Die hoeven dan niet meer te schipperen met zogenaamde ‘geluidsdagen’. Bovendien krijgen de rondrennende ambtenaren belast met de controle op die geluidsniveaus dan een extra dagje vrijaf.

 
(Gaby staat links. Foto: Chris Schotanus)

De geluiden die bij ons coureurs in de cockpit doordringen zijn door de helm altijd al behoorlijk gedempt, maar de hele racesensatie is onlosmakelijk verbonden met herrie en vibraties. Natuurlijk is het schadelijk voor je, maar hoe meer decibellen, hoe liever. En: hoe sneller de rondjes lijken te gaan. Ik ben ook helemaal gewend om op mijn gehoor te schakelen en bij alarmerende geluiden de pits op te zoeken. In het accutijdperk blijft het schelpvormige zintuig buiten dienst, alleen de ogen zien dat de voltmeter naar ‘0’ is gesprongen als de elektromotor is doorgebrand.
Om onze dagelijkse mobiliteit in de toekomst te verzekeren zijn er vast nieuwe ontwikkelingen noodzakelijk, maar elektriciteit vertrouw voorlopig ik alleen toe aan de IPod en m’n föhn. Nu heeft iedereen de mond vol van de CO2-uitstoot en wellicht blijken de oliereserves toch massaler in zee gelekt dan eerder gedacht. Maar moeten we daarom met z’n allen in lelijke fluisterende gedrochten rijden? Met lagere BPM en bijtelling wordt het straatbeeld inmiddels toch al drastisch vertroebeld door allerlei hybriden.
Ik wacht liever wat langer op een oplossing die alle andere technieken naar de marge verdrijft. Die zie ik het liefst uit de waterstofhoek komen, dat komt gevoelsmatig het dichtst bij de huidige verbrandingsmotoren. Het is helemaal schoon, er is dan eindeloos brandstof voorradig, veel minder C02 uitstoot, hopelijk een heel mooi design en ‘last but not least’: er is geluid! Van A naar Beter zit dan wel goed.

De toekomst van de autoracerij kan nog alle kanten op. Het is tenslotte pas vrij recent dat de dieselmotor iets voorstelt in de racerij. Mede vanwege de geweldige prestaties op Le Mans en ook het WTCC is dat ‘oliekachel’ imago helemaal verbleekt. Maar ja, nog steeds roken we er fossiele brandstof met emmers tegelijk doorheen… Onze tak van sport kan natuurlijk heel goed plaatsvinden met elektrische hulpmotoren. De vraag is alleen in hoeverre de huidige generatie coureurs daarin meegaat.
Als we op het circuit ooit gaan tanken uit het stopcontact, dan hang ik mijn raceoverall aan de wilgen!”