Ecologische Eyecatchers

Rijden op Groengas niet sexy? Deze twee auto’s – een onverbeterlijke, sportieve klassieker en een hypermodern technotoy – bewijzen het tegendeel. We legden de Porsche 928 ‘Revolution’ en de Opel Ampèra alias ‘The Egg’ langs de lekker-rijden-ladder.

Tekst & Fotografie: Viola Robbemondt ©House of TXT

In zijn ‘geboortejaar’1977 kreeg hij de bijnaam ‘de Haai’ en bij het starten bezorgd zijn rauwe roffel mij zelfs anno nu kippenvel. Hoewel de Porsche 928 die ik vandaag rijd tweeëndertig jaar oud is, blijkt hij in veel opzichten zeer modern. Zo is de achterwielophanging zodanig gemaakt dat de achterwielen in snelle bochten licht meesturen. Het is een feature dat nu, uiteraard in gemoderniseerde vorm, weer terugkomt in de nagelnieuwe 911 GT3 die onlangs debuteerde op de Autosalon van Genève. De versnellingsbak ligt, voor een betere gewichtsverdeling, onder de achteras. En onder de matzwarte wrapping van motorkap, voorschermen en deuren zit ultralicht aluminium. Maar wat deze specifieke Porsche 928 uit 1981 helemaal hip maakt, is dat hij van ‘luchtig’ voedsel houdt. Hij loopt namelijk op Groengas.

De twee dikke aardgastanks zijn niet te overzien in deze Gran Turismo. De achterruit van de coupé doet hier namelijk dienst als etalage waaronder ze pontificaal duurzaam liggen te zijn. De auto doet daarmee aan als Lady Gaga; de term ‘opvallend’ is een understatement. Eigenaar Roel Swierenga, die de auto een paar jaar geleden kocht en bij Greenes liet ombouwen, vertelt: “Om duurzame technologie te promoten, organiseer ik jaarlijks de Hansa Green Tour waaraan alleen duurzame voertuigen mogen meedoen. Deze verhoogde 928 heb ik speciaal voor deze rally gekocht omdat sportwagens per definitie worden gezien als grote vervuilers. Om te bewijzen dat ook zo’n expressieve, sportieve auto klimaatneutraal kan rijden, heb ik hem laten uitrusten met de twee allergrootste Groengastanks die ervoor te koop zijn.”

Op de vraag of het, zowel uit esthetische oogpunt als voor het vermijden van angst bij inzittenden, niet beter was geweest om de tanks netjes door Greenes te laten wegwerken, zegt Swierenga: “Ik heb het juist expres zo laten maken om mensen te prikkelen. De aanblik roept vragen op en er ontstaat op deze manier meteen een discussie over het rijden op Groengas. Over de esthetiek van de tanks valt uiteraard te twisten, maar over de veiligheid niet. Rijden op Groengas is extreem veilig. De tanks zijn gemaakt om enorme drukverschillen aan te kunnen en ze zijn getest op veel hogere druk dan je in normale omstandigheden ooit zult meemaken. Zelfs de meest extreme hittegolf doet zo’n tank niets. Daarnaast zit er nog eens dubbele veiligheidssystemen op. Bovendien: als gas ontsnapt, stijgt het – omdat het lichter is dan lucht – op en vervliegt heel snel. Een benzineauto zou bij wijze van spreken eerder ontploffingsgevaar opleveren dan deze Groengasauto. Hij voldoet aan alle moderne veiligheidseisen.”

Bij Greenes, een bedrijf in Harmelen dat nagenoeg iedere oude, of moderne motor kan ombouwen naar Groengas, vond men de 928 een grote uitdaging. Rob Severs vertelt: “Alles aan de injectiemotor is mechanisch en ons systeem is uiteraard geënt op elektronica. We moesten dus een manier zien te vinden om dit oude systeem te laten ‘praten’ met modern digitaal motormanagement. Hiervoor moest nieuwe software geschreven worden en die expertise hebben we wel in huis. Maar eerlijk is eerlijk: het heeft ons wel menige zweetdruppel gekost.”

Na de instap voel ik me al gauw behaaglijk in de klassieker, die ooit was bedoeld om de 911 op te volgen. Dat laatste is – gelukkig – nooit gebeurd, anders was het met Porsche wellicht verkeerd afgelopen. Porsche adepten bleken toch liever knallers als de 911 te kopen. Maar de 928, waarvan er in Nederland nog ongeveer zeshonderd op kenteken staan, doet zijn naam als Gran Turismo zeker eer aan. De V8 voorin ronkt relaxt, de wegligging is subliem en zelfs op het circuit kan hij, naar verluid, heel goed meekomen. Al gauw roffel ik, tevreden wegzinkend in de kuipstoel, over menig polderweggetje. De eerste kilometers gebeurt dat op benzine; dat helpt om de overgang naar gas zo soepel mogelijk te laten verlopen voor de motor. Zodra die op temperatuur is – het duurt ongeveer tien minuten – schakelt hij automatisch over op Groengas. Van het overschakelen zelf voel ik niets. Wel verandert het motorgeluid een tikkeltje: de roffel klinkt iets meer gesmoord, al blijft het kippenvel gehalte hoog. Ook reageert de wagen iets minder gretig op druk van mijn rechtervoet. Toch behoort in korte tijd grote stukken asfalt ‘wegvreten’ nog steeds tot de mogelijkheden. Zoals het een echte haai betaamt.

Na de Porsche is het de beurt aan een hypermoderne auto, maar wel een die op de nominatie staat om klassiek te worden. Deze specifieke Opel Ampèra lust namelijk wel drie verschillende ‘gerechten’: elektriciteit, benzine en groengas. Het leverde deze specifieke auto niet alleen de bijnaam ‘The Egg’ op dat staat voor Electric Green Gas, maar ook wat gedoe bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Daar moest men namelijk een manier vinden om drie, in plaats van twee, soorten brandstof op het kenteken te vermelden. Door bureaucratie is dat tot op heden niet gelukt…
Eigenaar van deze ‘techno-toy’ op vier wielen is Gertjan Brand die met zijn bedrijf BPA Project & Advies onderneemt in de duurzame sector. Hij vertelt: “Ik had wel allerlei Groengas modellen bekeken, maar de Ampère sprak me meteen aan. Hij rijdt gemakkelijk, modern en duurzaam en bovendien ziet het model er vlot uit. Via via kwam ik in contact met Greenes en we zijn samen de uitdaging aan gegaan om het beste van twee werelden te verenigen en er een Groengasinstallatie in te bouwen. Er moesten in het begin nog wat kleinigheidjes afgesteld worden, maar ik ben er heel tevreden over. “

De reden waarom Brand zijn Ampèra wilde laten ombouwen is dat hij veel met overheden en de bouwsector in aanraking komt en een statement wil maken. “In deze sectoren zie je relatief weinig innovatie en verbinding tussen verschillende disciplines,”zegt hij. “Veel wordt gedaan zoals het ‘altijd wordt gedaan’. Ik wilde laten zien dat nieuwe initiatieven en ‘verbinding’ wel degelijk realiseerbaar zijn en dat ze grote verbeteringen opleveren. Ik wil mensen inspireren om duurzaam te gaan denken en ook bewijzen dat je dit kunt doen zonder je in bochten te hoeven wringen. Gemak dient de mens – ook in de duurzame sector – en dat ervaar ik aan den lijve met deze klimaatneutrale auto waarmee ik een behoorlijk grote actieradius heb.”
Ook deze ‘exoot’ bleek een uitdaging voor Greenes die het verloop van elektra naar Groengas soepel moest laten verlopen. Rob Severs zegt: “Voor The Egg moesten we ook een heel nieuw CNG systeem ontwikkelen. De Ampèra is een elektrisch auto met ‘range extender’ die eigenlijk tussen hybride en elektrisch in zweeft. We hebben de ombouw eerst een testopstelling in de computer ontworpen waarna we hem pas zijn gaan ombouwen. Het ombouwproces was te volgen via Facebook en dat heeft meer mensen geïnspireerd.”

Onder de indruk van zoveel technische hoogstandjes stap ik in de Ampèra. Ik had de auto tijdens de Nederlandse introductie al gereden en sprak destijds al van een erg prettige zen-ervaring. The Egg start wel op de benzinemotor en gaat daarna direct over op de elektromotor. Gas geven is dan vooruit spuiten en je komt er in de praktijk zo’n 70 kilometer ver mee. Daarna schakelt de auto over op Groengas waarmee je dan ongeveer 280 kilometer vooruit kunt. Ook hier voel je de overgangen nauwelijks, al hoor je uiteraard wel de motor in actie komen. Gelukkig is deze ook van het stille soort en hij blijkt ook de nodige pit te hebben.
Op elektra of Groengas: al met al blijft rijden in The Egg een zeer rustgevende ervaring. Mediteren achter het stuur? Geen enkel probleem in deze techno-toy. Hoewel ik rauwe roffels van de 928 kan waarderen spreekt stilte ook een mooie taal. Je bent je meer bewust van omgevingsgeluiden en kunt zonder enige stemverheffing met je bijrijder babbelen. En zo glijd ik in The Egg als op Alladins vliegende tapijt door de omgeving.

Tanken blijkt met zowel de Ampèra als met de 928 een bijzondere, James Bond-achtige belevenis. De tankdop zit namelijk in beide gevallen niet gemonteerd onder het tankklepje – daar was geen ruimte voor – maar onder de kentekenplaat die een wegklapmechanisme kreeg. Bijkomstig voordeel: het levert weer gespreksstof op, al gaat dat lang niet altijd over Groengas. Een man wil weten of de kentekenplaat ook wegklapt als je (te) hard langs een flitspaal rijdt…

Via deze link zie je het digitale CNG Magazine waarin dit artikel is geplaatst.

2 Comments on “Ecologische Eyecatchers

  1. tsja toch een heldere geest die gast met zijn porsche in nederland komt het aardgas/groen gas verhaal niet echt van de grond , vrees ik

    heo anders is het in duitsland , niet aleen rijden hier veeeel meer aardgasauto,s ook hebben we al 4 oldtimer citroen,s omgebouwd naar aardgas ( wel duitse klanten ) en rijden zelf met een oude eend en een citroen gsa op aardgas

    ach wat dit betrefd zijn de nederlandse automobilisten nogal ,conservatief, en het helpt natuurlijk ook niet dat er in NL 5 aardgastankstations zijn t.o.v 500 ? in duitsland even over de grens kijken ? meneer rutte ?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*