Klassieke auto

Date met een klassieker

De zomerzon lokt ze weer massaal uit hun stoffige garages. Ik kwam er tijdens een rit van Alkmaar naar Enschede drie tegen. Op de vluchtstrook, welteverstaan. Klassiekers! Met de ‘trotse’ eigenaren ernaast, de armen in hulpeloze afwachting over elkaar gevouwen… Eentje had zo’n oude leren stuurmanspet op met oorkleppen. “Te laat, of juist te vroeg voor het carnaval?”
Waar ik de charme van die oude koekblikken niet kan ontdekken, daar is de charme van de meeste eigenaren helemaal ver te zoeken. Volgens mij zijn klassiekerrijders grofweg in te delen in twee soorten:
1. Mannen die er een aanschaffen omdat het betreffende model, meestal ‘n Franse, in hun jeugd hun eerste kalverliefde was. Zij roken weeïg riekend pijpstabak, dragen bruine ribbroeken met slijtage op de dijen en lopen rond met eeuwige sneeuw op de schouders van hun geruite overgooier. Ze koesteren grote stapels Kuifjes op zolder, trouwen met hun oude buurmeisje omdat ze hem ‘zo goed begrijpt’. En halen tijdens elk willekeurig gesprek Hitler, de Tweede wereldoorlog of ‘de moffen’ aan zelfs als ze jong genoeg zijn om die oorlog alleen maar kennen uit de verhalen van hun vader, opa, oom of een vage kennis.
2. Kerels die zo’n klassieker wel aardig bij hun ‘uitstraling’ vinden passen. Zij wisselen hun Dunhills af met Cubaanse sigaren, verven hun haren té bruin of té zwart en shoppen bij Oger omdat ze daar ‘zo goed geadviseerd’ worden. Ze bezitten zonnebankbruine vrouwen met opgespoten Katrien Duck-lippen wiens hobby zwaaien met de creditcard op de P.C. Hooftstraat is. En ze parkeren hun oude auto, liefst eentje van Italiaanse makelaardij, voorgoed naast hun Duitse leasebak onder hun carport in Abcoude.
Hoewel ik beide soorten buitengewoon verwerpelijk vind, bezit de eerste zonder twijfel de beste kaarten. Die mannen liggen er op zondagmiddag tenminste nog daadwerkelijk met hun be-olievlekte Hayness Manual onder om een of ander onderdeeltje te vervangen en ze zijn specialist in de schone kunst van het waxen. Dit gebeurt uiteraard met spul dat naar pepermunt ruikt en bijna 2000 euro per potje kost. Wat mij betreft mag soort één tot het einde van de olie in klassiekerclub-kolonnes de openbare wegen én vluchtstroken bevolken, al is het maar omdat ze me met dat alles een grote grijns ontlokken.
Ja, ik ben een product van de consumptiemaatschappij. Ik houd van nagelnieuwe auto’s. Soms vind ik dat jammer. Allereerst uit ijdelheid natuurlijk, want in mijn zwarte Alfa 147 krijg ik heel wat minder opgestoken duimen te zien dan wanneer ik me zou verplaatsen in een Morgan Plus 8, één van de weinige klassiekers die me nog enigszins kan beroeren. Daarnaast ben ik een type dat oprechtheid en transparantie op waarde kan schatten en volgens mij zijn oude auto’s éérlijker dan nieuwe. Je krijgt tenminste een duidelijke waarschuwing voordat ze je schoppen. Is er een reparatie op komst, dan laat zo’n kreng je via een ratelend of ander irritant geluid weten dat een van de mechanische delen aan zijn eind is. Waarna je nog naar huis kunt rijden en de boel kunt (laten) vervangen.
De knal in je gezicht die je van een moderne bolide krijgt, komt compleet uit de lucht vallen. Die houdt er gewoon opeens en om onverklaarbare redenen mee op. Waarna hij moet worden afgesleept naar de dealer en ‘aan de computer gehangen’ door een monteur met schone handen die meer weg heeft van een whizzkid. Waarna er een chip, ofzoiets, vervangen wordt.
Toch zullen de oudjes het bij mij nooit winnen van de nieuwe. Tot die conclusie kwam ik na een date met een man die een stuk of vijf Reliant Scimitars op een Engelse veiling had gekocht. Voor de lol. Hij hoorde duidelijk tot type nummer twee, want tijdens dit afspraakje had deze man bedacht dat ook ik leuk bij zijn uitstraling zou passen. En wilde me plezieren met een ritje. We moesten er wel eerst een half uur voor lopen, want meneer was niet in bezit van de nodige euro’s om de beestjes fatsoenlijk te stallen. Aldus stonden de wagens her en der verspreid over de gratis parkeerplaatsen in zijn woonplaats. Bij de auto aangekomen begon ik nog meer te balen want het slot wilde niet. Nadat ook ik mijn vingers en de sleutel bijna op het slot had gebroken, bleek dat hij de sleutels van de beige Scimitar bij zich had. In plaats van die van rode Scimitar, waar we bij stonden. Terug naar zijn woning dus, waar hij de hele verzameling sleutels maar in zijn zak stak. Die uiteindelijk allemaal wel een beetje op de rode leken te passen. Toen ’t deurtje eindelijk openzwaaide en ik me op de bijrijderstoel liet zakken, hoorde ik soppende geluiden. De stoelen hadden zich, na een nacht van lekkage, volgezogen met water. Toen mijn date me vervolgens ook nog een doosje Oropax aanreikte, hield ik hem en de klassiekers voorgoed voor gezien. Voor comfort is ook iets te zeggen.

7 Comments on “Klassieke auto

  1. Leuke column, waar ik mezelf niet in kan vinden! 🙂

    Ik rook niet, draag doorgaans geen ‘passende’ kleding (met uitzondering van de Klassiekerrally) heb geen overmatige roos en poets niet graag.
    Ik restaureer wel graag, maar heb daar geen eigen ruimte voor. Heel frustrerend.

    En comfort en klassiekers kunnen prima samen gaan. Ik denk aan een Jaguar XJ serie II… 😉

  2. Ah, verdorie… Die moet ik eerst nog aanschaffen. En dat mag pas van m’n vrouw als ik ‘oud’ ben. ‘Veertig of zo’ voegde ze er per ongeluk aan toe.
    Da’s volgend jaar 😉
    Even sparen nog!

  3. Viola, proef ik enige jaloezie? 😉
    Het was eigenlijk geen vraag, maar een mededeling: ‘Dit vind ik een prachtige auto’.
    Waarop zij meldde dat ‘t iets voor ouwe mannen was…

  4. Jaloezie? Dat verband ontgaat me. Jij schrijft dat je eerst aan je vrouw moet vragen of je een Jag mag aanschaffen. En dus zeg ik ‘zucht’. Met die zucht bedoel ik dat ik bepaalde negatieve gedachten heb – ik houd het netjes – over mannen die ‘toestemming’ aan hun vrouw moeten vragen om iets aan te schaffen. Nu is het natuurlijk een feit dat vrouwen vaak beter met de centen kunnen omgaan. 🙂

  5. Mijn vrouw kan gelukkig inderdaad goed met ‘t geld omgaan. Maar het is gewoon leuk om een klassieker te kiezen die je allebei leuk vindt.
    Vandaar ‘vragen’, en vandaar dat ik dacht dat die eigenschap ook wel iets zou zijn om jaloers op te zijn. Gelukkig had ik die opmerking voorzien van een 😉 , dus neem ‘t met een flinke korrel zout 🙂
    Je zucht begrijp ik heel goed. Is op mij niet van toepassing. Wanneer ik een auto erg leuk vind en er het budget voor heb, dan komt ‘ie er. M’n vrouw heeft immers de Morris al ingepikt! 😉

Leave a Reply to Klassiekerrally Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*