Interview: Piet Boon

Interview: Piet Boon. Onlangs interviewde ik Piet Boon voor Autovisie. Hier de tekst, enjoy!
Hij is een van Nederlands meest bekendste designers en verrast zijn publiek regelmatig met commerciële en milieuvriendelijke ontwerpen. Piet Boons robuuste noot beperkt zich inmiddels niet meer tot huizen, ex-, en interieurontwerp en styling van villa’s, resorts, kantoren en appartementen: er zijn zelfs Land Rovers die zijn persoonlijke ‘kleur’ mogen dragen. Voor De Rit stappen we in zijn nieuwste creatie.

Door Viola Robbemondt ©House of TXT

***
De afgelopen jaren kwamen we hem steevast tegen op de AutoRAI, om precies te zijn op de stand van Land Rover. De wereldberoemde designer uit Oostzaan houdt van auto’s en was zeer aangenaam verrast toen hij een paar jaar geleden werd gevraagd om speciale, Nederlandse edities van het merk, de Range Rover Sport en de Defender te restylen. Piet: “Ik kan me prima identificeren met Land Rover, het heeft een goede houdbaarheidsdatum, kijk maar naar de Defender. Dat model is zestig jaar oud en nog steeds stoer en bij de tijd.”

Voor zijn ‘eerste’ Range Rover Sport bezocht hij in 2008 het designcentrum in Engeland. “Een fantastische ervaring,” vertelt Piet. “De veiligheidsrestricties waarmee het designteam daar moet werken zijn enorm. Ik had natuurlijk allerlei ideeën over wat ik zou willen veranderen aan die auto, maar toen ik daar was, wist ik: ‘dat kan helemaal niet’. Zo’n autodesign is zo doorgetest voor veiligheid en dat soort zaken, daar heb je als klant helemaal geen weet van. Maar uiteindelijk hoefde ik natuurlijk niet te bepalen hoe de vorm of functionaliteit zou worden, ik mocht puur naar esthetiek kijken. Bij sommige dingen dacht ik: ‘dit kan echt niet’. Dan ontwerpen ze zo’n mooie en dure auto en dan zit er een geel plastic knopje op het dashboard. Dat staat zo goedkoop… Ik kon het uiteraard niet laten om daar iets moois op te verzinnen. Al moest ik ook daarbij diverse concessies doen. Zo wilde ik bijvoorbeeld de stoelen lager zetten en de spoilers eraf halen. Helaas mocht dat omwille van de veiligheid niet. Ook wilde ik destijds eigenlijk wit als exterieurkleur kiezen. Daarop kreeg ik te horen dat ‘wit niet verkoopt’. En ja, natuurlijk is het onpraktisch. Je ziet er elk dood vliegje op. Tja, ik blijf ik het prachtig vinden, een witte auto.”

Uiteindelijk waren er genoeg dingen die hij uiteindelijk wél voor elkaar kreeg. “In het interieur heb ik destijds de stiksels van het leer naar buiten gedraaid voor een ruige look,”vertelt hij. “En alles wat van hout of plastic was, heb ik geëlimineerd en vervangen door roestvrij staal. Dat werd in eerste instantie tamelijk overdreven gevonden. Waarom vind je dat gele plastic knopje nou zo storend? Ook over de originele uitlaat was ik niet enthousiast. Er zat zo’n iel ding onder dat helemaal niet past bij het zware, rauwe geluid dat de achtcilinder voorbrengt. Dus kreeg ‘mijn’ Range Rover Sport twee stoere, vierkante uitlaatpijpen.”
De samenwerking tussen Land Rover en Piet is onlangs verlengd, zo werd ook de nieuwe modelserie van de Range Rover, de 4.4 TDV8 voorzien van een Piet Boon noot: een‘two-tone’ uitvoering in matte lak. Het onderste deel van de carrosserie tot aan de doorlopende flanklijn van motorkap, via portiergrepen tot de achterkant is in Off Black gespoten. Daarboven is alles supermat Piet Boon Grey en de dakstijlen en raamlijsten zijn zwart gehouden. “Kleur doet veel voor een ontwerp”, zegt Piet terwijl hij de speciale Range Rover de wasstraat in stuurt. “Dit staat modieus en ingetogen en de auto krijgt er een heel andere uitstraling van. Exclusief, maar met extra dynamiek en kracht. Bovendien scherpt het kleurenspel de vormtaal van de auto aan en je ziet vette vingers en vuil er niet op. Of we aan het interieur nog iets veranderd hebben? Nee, deze keer wist ik echt niet wat ik eraan zou moeten veranderen, het sluit prima aan bij mijn eigen smaak.”
Net als zijn eigen meubels is zijn smaak in auto’s vooral stoer te noemen. Hij zegt ‘helemaal verliefd’ te zijn op zijn Defender. “Het enige nadeel ervan is dat als je hem op geel kenteken rijdt, hij net zo duur is als de Range Rover Sport. Omdat ie qua uitstoot nog niet in de pas loopt…” Op de opmerking hoe hij die auto dan rijmt met zijn eco-vriendelijke praktijken – Piet liet net een nieuwe, uiterst ‘groene’ showroom bouwen – zegt hij relativerend: “De Defender is gewoon onverwoestbaar. Ik heb wel eens gehoord dat driekwart van alle Defenders – en dit model bestaat al 60 jaar – nu nog steeds rondrijdt. Dus uiteindelijk is hij wel degelijk duurzaam.”

We drammen even door, valt er niet veel meer eer te behalen aan het stylen van een Toyota Prius of een of ander elektrisch stadsautootje? De ontwerper is beslist: “Nee. Het moet wel een auto zijn waarmee ik iets heb en Land Rover is high end en heeft dezelfde waarden als een PB ontwerp. Ik zou het wel leuk vinden om een speciale Porsche te stylen. Daarvoor waren ooit al plannen, maar dat is niet door gegaan. Ik heb ruim vijftien jaar Porsche gereden, eerst een 993, toen een 996, toen ‘n 997…”Er is enige nostalgie in Piets stem te horen als het gaat over het over het Duitse sportwagenmerk. Waarom rijdt hij er nu geen? “Ach, het is met een gezin natuurlijk wat minder praktisch, hoewel, de Panamera is ruim genoeg en heeft zelfs een wegklapbare trekhaak. Prachtig gedaan! Dus als je nou geld hebt en je mag kiezen dan zou ik die Defender én een Porsche rijden. Nu hebben we een Defender en een Golf GTi.” Op de opmerking dat het met dat geld toch wel snor moet zitten bij de Familie Boon, lacht hij bescheiden. “Jawel, maar ik stop al mijn geld terug in de zaak…”
Dat is ook te zien, want Piet heeft net een prachtig nieuw pand op bedrijventerrein Het Bos aan de rand van Oostzaan betrokken. Hier zijn nu voor het eerst in de geschiedenis alle vier divisies: Studio, Styling, Collaborations en Collections onder een dak gevestigd en de showrooms waar de eigen meubel- en verlichtingslijn te zien is. Het is er ruim en de robuuste meubels komen prachtig tot hun recht in deze ‘Wereld van Piet Boon’ waar bezoekers zelf kunnen zien en beleven wat de mensen van Piet Boon Design allemaal creëren. Het pand is dus zeer eco-vriendelijk. Piet: “De buitenmuren zijn afgewerkt met Trespa, samengeperst hout. Vroeger waren de Rabobanken hier allemaal mee bekleed en dat was superlelijk, maar zo kan het dus ook. Het gaat een leven lang mee. Daarnaast verwarmen en koelen we het pand met aardwarmte. Ik heb dat al een jaar of tien in mijn eigen huis en het werkt prima. In de zomer zuig je af, dan haal je de warmte uit het gebouw en dat wordt ondergronds in water opgeslagen. Het koude water haal je omhoog en daarmee koel je de vloeren en plafonds. Werkt als een omgekeerde koelkast. En ‘s winters is het andersom. Het warmteverschil is uiteindelijk maar twee of drie graden, maar met die energie koel en verwarm je het hele gebouw. Eigenlijk wilde ik een energieneutraal gebouw, maar dat bleek nog niet haalbaar. Tenminste, niet als ik geen concessies aan het design wilde doen. Het pand staat natuurlijk ook voor ons werk en dat moet een bepaalde uitstraling hebben. Maar ik denk dat energieneutraal over een jaar of tien aan de orde van de dag is. Dan krijg je misschien niet eens meer een hypotheek als het niet zo is.”

Ondertussen jaagt Piet het huis op wielen over polderweggetjes. Hij houdt van pittig doorrijden, zo blijkt. Hij zegt: “Ik houd van power en rijd altijd te hard. Dit is de nieuwe dieselmotor van Land Rover en die combi met de achtversnellingsbak werkt die super, je hebt serieus koppel op alle toerentallen. Ik heb ook een tijdje met die Supercharged versie gereden, ook heerlijk, maar dit is heel stil en veel zuiniger.”
Piet praat graag over snelheid en het uiterlijk van auto’s. Hij flirt wel vaker met de auto-industrie, het fascineert hem. Omdat hij het huis van een van de McLaren bazen in Engeland mag ‘doen’, kreeg hij vorig jaar een zeer exclusief kijkje in de designstudio van de racetak van Mercedes Benz. Piet: “Dat designcenter is sowieso ongelofelijk mooi. Het is een Sir Norman Foster gebouw; Foster & Partners is een vooraanstaand architectuur en designkantoor dat over de hele wereld onder andere gebouwen ontwerpt. Het heeft heel veel glas en daarachter fitnessen die coureurs dan terwijl een paar kamers verder de auto’s worden gedaan. Ik heb gezien hoe er gevijld en geschaafd wordt om ze nog sneller te maken. Erg gaaf om te zien.”
Zelf mag Piet ook graag racen. Toen hij nog Porsche reed, was hij met enige regelmaat op het Zandvoortse Circuit te vinden, samen met zijn broer Rein die een bedrijf heeft in dak- en wandsystemen en die bedrijfshallen bouwt. “Rein is nog veel autogekker dan ik,”legt Piet uit. “Hij heeft een Cayenne, een Porsche RS, een Ferrari en een Toyota Landcruiser en rijdt veel beter dan ik. Als we samen op het circuit reden, haalde hij me altijd in. Of hij stond opeens naast me, uit het niets. Ik ben voorzichtiger, zeker op het circuit waar je onverzekerd rondrijdt. Over de aankoop van auto’s geeft Rein me altijd ongevraagd advies. En ik luister er ook nog naar! Ik vond vroeger zo’n Mustang Shelby al gaaf, of een Mustang Boss. 500 pk, geweldig. Maar dan zei Rein: ‘Man, een Mustang, dat rijdt als een frikadel’. En een tijdje geleden, toen ik overwoog een Aston Martin V12 Vantage te kopen: ‘Als je niet van hard rijden maar wel van hard afschrijven houdt, dan moet je dat vooral doen’. Onlangs hebben we ook weer zo gelachen. Onze zoontjes zijn even oud, net zestien geworden, en ik had een scooter voor mijn zoon gekocht. Dat vond ik heel wat en ik stuurde Rein een trots sms’je. Maar ook in dit geval wist Rein me motorisch te toppen, want ik kreeg een Mms’je waarop zo’n elektrisch 45 km/h autootje – waarin ook invaliden rijden – prijkte. Had-ie voor zijn zoon gekocht en helemaal uitgedost als een sportwagen met carbon erop en alles. Ik zei: ‘Ben je gek geworden man?’ Waarop hij zei: ‘Ben jij gek geworden, je zoon in de regen laten rijden!'”

De broers zijn ook regelmatig samen op het strand te vinden, het zijn fanatieke kitesurfers. Op de vraag of Piet daar dan wel beter in is dan Rein, zegt hij: “Nee. Hij heeft natuurlijk ook een veel makkelijkere baan dan ik. (lacht). Daarbij woont hij aan het strand en hoeft alleen maar een duin over te steken om op die plank te gaan staan. Kitesurfen geeft een gevoel van absolute vrijheid. Een onbeschrijfelijk gevoel. Het gevoel dat ik de dag erna heb, kan ik wel beschrijven. Dan voel je namelijk spieren op plaatsen waarvan je niet wist dat je ze had. (lacht). Als het niet waait, heb ik de balen. Het is een heerlijke sport die niet gaat vervelen. Ik hoop altijd dat het stormt.”
Valt er nog iets te wensen voor een ontwerper die al over de hele wereld projecten heeft gedaan? Toch wel. Zo zou Piet graag Richard Bransons privéjet willen ‘doen’. Of het Presidentiële vliegtuig van Obama, of het Witte Huis. Piet: “Het Witte Huis is voor een groot deel natuurlijk een museum. Dat is heel indrukwekkend, maar niet zo gezellig. Als ik het woongedeelte zou mogen veranderen, zou ik er meteen een paar van onze heerlijke, grote plofbanken in zetten waar de hele familie lekker lui met elkaar kan bijkomen. En een grote woonkeuken met een enorme tafel. Volgens mij kan hij dat wel waarderen.”

CV Piet Boon
Piet Boon (1958) begon vijfentwintig jaar geleden als aannemer. Inmiddels is hij een van de meest spraakmakende Nederlandse ontwerpers. Samen met zijn vrouw Karin leidt hij een multidisciplinaire ontwerpstudio, een team van architecten, ontwerpers en stylisten met een internationaal portfolio.
Uitgangspunt voor zijn ontwerpen is dat ze, behalve hun doordachte vormgeving, ook tijdloos en duurzaam zijn. Een herkenbaar element is zijn liefde voor pure, eerlijke, natuurlijke materialen en uitgesproken stoer kleurgebruik.
Maar Piet Boon ontwerpt meer: een gelimiteerde editie van een Range Rover Sport en een Defender voor Land Rover Nederland, een waterfles en glazen voor Sourcy, een kristallen blokkendoos voor Royal Leerdam en een interieurontwerp voor het eerste non casino hotel in Las Vegas voor The Morgans Hotel Group.